Scrapper


verdeler

acteur/actrice (5)
regisseur (1)
producent (1)
uitvoerend producent (6)


director of photography (1)

beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)

Dit langspeeldebuut van (voormalig) videoclipfilmster Charlotte Regan is zo lief, aanhankelijk en humaan dat het bijna als een doodzonde voelt om te moeten tokkelen dat dit eigenlijk ook een film is die maar een koude en fragmentarische indruk nalaat. Maar gevoelsmatig liegen is ook judasserig verkeerd. Toch? Dus tja … goede film … Scrapper? Bwa.
De ontstaansgeschiedenis van de film levert alvast interessant bochtenwerk op. Regan wou naar eigen zeggen oorspronkelijk een Guy Ritchie-achtig misdaaddrama draaien waarin het zestienjarige hoofdpersonage samen met zijn grootmoeder een manier moet zien te verzinnen om hun schulden bij een lokale drugdealer te vereffenen. Klinkt als een film die ze gerust nog kan maken, daar er van die verhaallijn geen sikkejotapit is terug te vinden in wat het door Michael Fassbender mee geproduceerde Scrapper uiteindelijk is geworden.

Waarin alles draait rond de twaalfjarige Georgie (een debuterende Lola Campbell) die na de dood van haar moeder iedereen laat geloven dat ze opvang heeft gevonden bij een oom. In feite woont ze in haar eentje nog in het moederlijk huis, geld verdienend door gestolen fietsen te verpatsen. ‘t Leven gaat verder, en slaat een onverwachte richting in wanneer plots haar vader (Harris Dickinson) in de tuin staat. Een vader waar ze nooit echt contact heeft mee gehad, en die voor zichzelf ook nog moet uitmaken welke rol hij wil spelen in het leven van zijn dochter.
In essentie gaat Scrapper over de manier waarop kinderen omgaan met rouw en verdriet. Verpakt in een zogenaamd pompsteendrama, zij het er een dat dramatisch weinig water doorlaat. Of dat niet wil doen. Regan voorziet vierdemuurdoorbrekende komische intermezzo’s, laat spinnen praten en kiest vaak voluit voor improvisatie. Het op het scherm zoeken en vinden tussen Campbell en Dickinson is eerder spontaan gegroeid dan ingestudeerd gebracht. Het lijkt alsof Regan drie cruciale narratieve ankerpunten had die ze hoe dan ook wou tonen, en dat de rest van de film er zich organisch rond mocht vormen. De kalme momenten waarin Campbell stilletjes in een hoekje zit te huilen hebben meer impact dan de ijzerschroothoop die ze bouwt om de sterren te kunnen bereiken.

Eigenlijk is Scrapper spontaner dan het meer berekende Aftersun, Charlotte Wells’ debuut dat zich ook concentreerde op een aparte vader-dochterrelatie. Een film die cinematografisch echter meer spanningskracht had en je daardoor ook meer in het narratieve net wist te strikken. Regans freewheelende aanpak maakt van Scrapper eerder een knutselboek dat bewust alternatief en eigentijds wil ogen binnen de niche van Britse socialewoonblokfilms.
Cameravaardig is Regan wis en waarachtig, maar het knopje ‘klik hier voor meer oomph’ heeft ze maar weinig ingedrukt. Dus ja, Scrapper is lief, aanhankelijk en humaan. Maar ook wel wat meh, tja en nou ja.