The Charge of the Light Brigade

Gewoon
The Charge of the Light Brigade
1936
langspeelfilm
116 minuten
actie
avontuur
romantiek
genomineerd
genomineerd

acteur/actrice (7)

Henry Stephenson Henry Stephenson
Nigel Bruce Nigel Bruce
Erroll Flynn
Patric Knowles

regisseur (1)

Errol Flynn. Olivia De Havilland. Michael Curtiz. Ze staan niet enkel op de generiek van The Charge Of The Light Brigade broederlijk en zusterlijk naast elkaar. Flynn zou in totaal in acht films aantreden met De Havilland, en twaalf keer samenwerken met Curtiz. Dit is de tweede gezamenlijke samenwerking voor dit trio. De beste is het niet geworden.

Deze avonturenprent mist de verwondering en het escapisme van onsterfelijke klassiekers als Captain Blood, The Adventures Of Robin Hood en The Sea Hawk. Dat is in eerste instantie vooral de schuld van het vrij warrige en historisch nogal incorrecte scenario. De charge waarvan sprake vond plaats tijdens de Krimoorlog op 25 oktober 1854. Een Brits cavaleriebataljon ging toen frontaal de aanval aan met een zwaarbewapende Russische tegenstander die bijna zonder tegenstand het volledige Britse regiment kon neermaaien. Wie er verantwoordelijk was voor de foutief ingeschatte strijd – de Britten dachten dat ze terugtrekkende Russische troepen moesten terughalen en hadden zich geenszins aan een slachtpartij verwacht – werd nooit echt duidelijk. Het bloedbad werd herdacht in het gedicht The Charge Of The Light Brigade, amper zes weken na de feiten gepubliceerd door Lord Alfred Tennyson.

De voor de Britten fatale confrontatie is weliswaar prominent van de partij, de omkadering – die hier zijn oorsprong vindt in het toen nog door Groot-Brittannië gekoloniseerde India – mengt verschillende feiten, halve waarheden en fictieve elementen door elkaar. Bovendien is nogal nadrukkelijk een liefdesdriehoek tussen Flynn, De Havilland en Patric Knowles ingebouwd om het geheel een onvervalste Hollywoodflair mee te geven.

Magie was er toen wel degelijk in Hollywood: je mag dan wel geloven dat je in India bent, alles werd netjes opgenomen in de Sierra Nevada en op diverse locaties in Californië. Warner liet zich inspireren tot een filmversie van The Charge Of The Light Brigade door het succes een jaar eerder van Lives Of A Bengal Lancer. Het oorspronkelijke script van Michael Jacoby werd daarom grondig herschreven om zo dicht mogelijk aan te leunen bij het British Empire-gevoel van Bengal Lancer. Meteen ook de reden dat Warner zoveel mogelijk Britten in de cast wou. Flynn was weliswaar Australisch, maar had zo’n goede beurt gemaakt in Captain Blood dat hij ook hier prompt de hoofdrol kreeg.

The Charge Of The Light Brigade werd heel controversieel toen bleek dat de stuntmannen tijden de actiescènes de cavaleriepaarden lieten vallen door struikeldraden die tussen de voorste poten waren bevestigd aan te spannen. Uiteindelijk gingen zo meer dan honderd paarden tegen de vlakte, waarvan er ettelijke stierven of moesten worden afgemaakt. Niet naar de zin van Flynn die openlijk de confrontatie aanging met Curtiz die geen graten zag in de dieronvriendelijke productionele aanpak. Het mag een wonder heten dat Flynn uiteindelijk nog tien keer met Curtiz zou samenwerken. De zaak van de dierenmishandeling haalde het Amerikaanse congres, waar zwaardere richtlijnen voor het filmen met dieren in het leven werden geroepen. De controverse zorgde er voor dat Warner deze film nooit officieel opnieuw in de zalen bracht na de oorspronkelijke release – iets wat de studio wel deed met het gros van Errol Flynns succesfilms.

Deze film zorgde indirect ook voor de titel van een boek dat David Niven midden jaren zeventig zou schrijven over Hollywoods gouden jaren. Toen Curtiz – die het Engels niet goed machtig was – bring on the empty horses riep in plaats van bring on the riderless horses had Niven meteen zijn titel.

Jack Sullivan kreeg een Oscar voor beste assistant director, een categorie die in 1937 reeds werd opgeheven. In 1968 regisseerde Tony Richardson een meer waarheidsgetrouwe remake/interpretatie van het bloedbad.

Alex De Rouck


Oscars ® 1937 Assistent-regisseur Gewonnen Jack Sullivan
Geluidsopname Genomineerd Nathan Levinson
Filmmuziek Genomineerd Leo Forbstein