Harry and the Hendersons

acteur/actrice (11)




regisseur (1)
producent (2)
director of photography (1)
scenarist (3)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
artdirector (1)
componist (1)
In Amerika was deze Sasquatchfilm een zomerevenement, in grote delen van Europa – inclusief onze bebouwde kommen – was de film pas rond de kerstperiode in de zalen te zien. Een zomerkerstfilm dus. Of een kerstzomerfilm.
Harry and the Hendersons onderging daarbij ook een titelswitch naar Bigfoot and the Hendersons, kwestie van de welwillende bioscoopganger iets duidelijker te maken welk harig vlees ze in de kuip hadden. In Amerika werd Bigfoot Harry immers zo weinig mogelijk getoond. Hij stond niet op de affiche en kwam nauwelijks voor in de trailer en promocampagnes. Die tactiek draaide averechts uit, daar de film maar weinig brokken maakte aan de kassa. Harry zat dus blijkbaar iets te veel verstopt. Waarop dan maar werd besloten om in de andere afzetmarkten minder geheimzinnig te doen, de titel te veranderen en de hoofdfiguur ook al in vol ornaat op de filmposter te plaatsen.
Harry and the Hendersons werd gedraaid onder de auspiciën van Steven Spielbergs Amblinvlag en dat is er ook aan te zien. Focus op speciale effecten, een snuif humor, een traan, wat familiaal gerechtvaardigde spanning … het zit netjes gedoseerd in deze film die scenariomatig te weinig verrassingen biedt. De Hendersons – stadsmensen John Lithgow en Melinda Dillon en hun twee kinderen – zijn op vakantie in het Cascadegebergte, en botsen op de terugweg met hun wagen op de mythische Bigfoot. In sneeuw- en lawineomgevingen ook bekend als de yeti, hier ziet hij eruit als een uit de kluiten gewassen orang-oetan. Lithgow neemt het dier mee omdat hij denkt dat het dood is, maar dat is het dus niet. Hij blijkt springlevend en maakt nogal wat gaten in de vloer en het plafond van hun huis in Seattle. Maar uiteraard duurt het niet lang voor de Hendersons zich hechten aan de lobbes, al is het moeilijk om hem uit het zicht van de buren en uit de klauwen van een overijverige jager te houden. Jawel, een de eindgeneriek inluidend E.T.-afscheid ligt in het verschiet.
De Canadese regisseur William Dear maakte met deze film een kleine grote sprong van zijn thuisland naar salonfähige Amerikaanse cinema en levert met Harry and the Hendersons waarschijnlijk zijn bekendste film af. Kwatongen beweren dat hij niet echt een stempel op de film kon drukken, omdat alles de strikte stijlgids van Amblin en Spielberg moest volgen. De echte stempel op de film komt echter van Rick Baker, die meteen ook een Oscar voor beste make-up won: zijn tweede van in totaal zeven. Zijn levensechte Bigfootpak wordt gedragen door Kevin Peter Hall en deze man in een pak heeft duizend en een half keer meer charme dan eender welk CGI-ontwerp. Zeker in de close-ups waarin Baker net als in de 1976-versie van King Kong mooie dingen doet met het gezichtsontwerp in interactie met de vertolker wiens echte ogen zichtbaar zijn. De kirrende en soms wat bange kindertjes in de zaal komen dan ook volledig op het conto van Baker te staan. En van Hall, die breed gesticulerend de grote vriendelijke aap in beeld brengt. En dat in het jaar dat hij ook in het Predator-pak zat. Ook Lithgow is geestig als all-American dad die van dierenschieter transformeert in dierenknuffelaar.
Harry mocht dan wel geen Amblinklassieker worden, blijkbaar wist de film naderhand alsnog genoeg naamsbekendheid te krijgen om er een televisiesitcom aan vast te breien. Die liep tussen 1991 en 1993 en zou afklokken op tweeënzeventig afleveringen met Bruce Davison in de Lithgowrol. Kevin Peter Hall kroop opnieuw in het Harrypak, zij het enkel in het eerste seizoen daar hij begin 1991 op amper vijfendertigjarige leeftijd overleed aan een tijdens een bloedtransfusie opgelopen aidsbesmetting.
05-06-1987 | Plaats 3 | $ 4.154.740 |
12-06-1987 | Plaats 6 | $ 4.193.643 |
19-06-1987 | Plaats 6 | $ 3.524.400 |
26-06-1987 | Plaats 9 | $ 2.293.075 |