Norman Jewison was de zoon van een Canadese vader die al de derde generatie op rij actief was als winkelier en een Engelse moeder. Norman Jewison studeerde aan het Malvern Collegiate Institute in Toronto, het Virginia College en de universiteit van Toronto. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werkte hij nog een opdracht af voor de Canadese marine. Na het afwerken van zijn studies ging hij werken in Engeland, nadat hij verschillende maanden als taxichauffeur had gewerkt om de oversteek/reis te kunnen betalen. Daar werkte hij als schrijver en acteur voor de BBC. Daarna ging hij aan de slag bij de Canadese televisie waar hij ervaring opdeed als regisseur waarna hij naar Amerika trok en er in 1958 regisseur werd bij CBS. Hij had het meeste succes met programma’s over muziek met onder andere Judy Garland en Harry Belafonte. In de jaren ’50 en ’60 produceerde en regisseerde hij heel wat variété-specials voor televisie en was zelfs één keer uitvoerend producent van de legendarische Judy Garland Show in 1963-1964. In 1963 maakte hij de overstap naar film, Forty Pounds of Trouble (1963) was zijn eerste langspeelfilm als regisseur.
Hij startte met eerder kleinschalige producties zoals Send Me No Flower, The Cincinnati Kid (1965) met de kaartende Steve McQueen was een trapje hoger, het maken van In the Heat of the Night zorgde er voor dat hij in het lijstje van topregisseurs in Hollywood terecht kwam. Die film was meer dan een whodunit, er waren immers nogal wat racistisch getinte confrontaties, niet verwonderlijk als je weet dat een zwarte rechercheur (Sidney Poitier) en een blanke (of witte als je wil…) politieman (Rod Steiger) de hoofdrol vertolken in de film.

De musicals die Jewison later maakte getuigden van een bijzonder oog voor detail, denk maar aan de verfilming van de Broadway-musical Fiddler on the Roof (1971) en de in Israel opgenomen film Jesus Christ Superstar. F.I.S.T. was dan weer een verrassend radicale film over een Amerikaanse vakbond.

Jewison heeft bewezen dat hij met kennis van zaken bestaande toneelstukken kon verfilmen, denk maar aan A Soldier’s Story (1984).

In 1987 had hij een heus box office succes te pakken met Moonstruck, een romantische komedie die onderscheiden werd met meerdere Oscars. Daar zat hij natuurlijk voor iets tussen want hij had de reputatie om het allerbeste uit een acteur of actrice te halen. Zelf kreeg Jewison de Prijs voor Beste regie voor op het filmfestival van Berlijn.

Norman Jewison heeft ook heel wat films geproduceerd voor andere regisseurs. Hij hielp met The Landlord ook zijn beeldmonteur Hal Ashby bij het lanceren van diens carrière als regisseur.

Jewison had een huis in Malibu en een kantoor in Londen maar meestal verbleef hij op een boerderij niet zo ver van Toronto.

Hij was mede-oprichter van het Canadian Center for Advanced Film Studies en werd er covoorzitter.