Death Proof

Middelmatig
Death Proof
2007
06/06/2007
langspeelfilm
127 minuten
actie

verdeler

A-film A-film

acteur/actrice (11)

Kurt Russell Kurt Russell →  Stuntman Mike
Rosario Dawson Rosario Dawson →  Abernathy
Mary Elizabeth Winstead Mary Elizabeth Winstead →  Lee
Eli Roth Eli Roth →  Dov
Vanessa Ferlito →  Arlene
Jordan Ladd →  Shana
Rose McGowan →  Pam
Sydney Tamila Poitier →  Jungle Julia
Tracie Thoms →  Kim
Zoë Bell →  Zoë
Omar Doom

regisseur (1)

Quentin Tarantino Quentin Tarantino

producent (2)

Quentin Tarantino Quentin Tarantino
Erica Steinberg
Death Proof

Het was toch al weer een tijd geleden. De release van een “nieuwe” film van Quentin Tarantino, samen met Oliver Stone één van onze favoriete regisseurs. ”Reservoir Dogs”, “Pulp Fiction”, “Kill Bill Vol. I” en “Kill Bill Vol. II” waren de illustere voorgangers van deze pas vijfde langspeelfilm van de bijzonder getalenteerde filmmaker. Wanneer bovenvermelde titels op je c.v. staan dan zijn de verwachtingen natuurlijk bijzonder hoog gespannen maar de manier waarop deze film zo’n beetje ongemerkt en (te) weinig besproken het Filmfestival van Cannes verliet, deed ons al vrezen dat de vijfde de minst goede zou zijn. En we kregen gelijk.

Jungle Julia (Sydney Tamiia Poitier die haar langspeelfilmdebeuut maakte in “True Crime”) is een bijzonder populaire D.J. in Austin. De talrijke luisteraars en de gigantische reclameborden langs de weg bewijzen het. Als de avond eenmaal gevallen is gaat ze samen met haar vriendinnen langs bij verschillende bars in de wijde omgeving van Austin. Het drinken van alcoholische dranken wordt afgewisseld met flink wat blowen. En het is in zo’n toestand van geestesverruiming dat deze aantrekkelijk uitziende vrouwen kennismaken met Stuntman Mike (Kurt Russell, op zich al heel erg seventies maar let ook op zijn kapsel). Met een joekel van een litteken ziet hij er niet echt uit om te bespringen maar dat belet niet dat hij de dames later op de avond toch weet te “treffen”…

Quentin Tarantino kan het ook nu weer niet nalaten om een aantal verwijzingen naar andere films in te bouwen in zijn nieuwste langspeelfilm. Sommige ervan zijn eerder subtiel, andere dan weer overduidelijk voor de (échte) filmfreaks. De Dodge Challenger bouwjaar 1970 ziet er immers als twee druppels water uit als hetzelfde type auto dat werd gebruikt in “The Vanishing Point”. Zijn “tegenstander” in “Death Proof” is de Dodge Charger, “War of the Dodgers” zeg maar. Opmerkelijk is ook dat bepaalde (belangrijke) elementen in de film ook écht bestaan. Zo is de Texas Chili Parlor een echt bestaand(e) restaurant/bar (voor wie naar de States op reis gaat deze zomer, je vindt ‘m in de Lavaca Street in Austin !). En voor wie écht heel aandachtig is (geweest) tijdens het zien van “Death Proof”, die zal bepaalde locaties herkennen die straks in “Planet Terror” terug worden gebruikt.

Death Proof

In België worden “Death Proof” van Quentin Tarantino en “Planet Terror” van Robert Rodriguez als twee afzonderlijke films uitgebracht. In tegenstelling tot de States waar de twee films onder de “Grindhouse” noemer als één geheel in de zalen worden gegooid. Maar daar heeft de term ‘Grindhouse’ natuurlijk een betekenis, daar waar in België de doorsnee kijker (voor de samenwerking Tarantino-Rodriguez bekend raakte, en voor sommigen voor zij deze bioscooprecensie lazen) geen mens ook maar een idee had van wat het woord betekende. For the record dus : Grindhouses waren bioscopen die vooral in de jaren ’70 en ’80 verschillende lowbudget films die de cultstatus hadden bereikt, vertoonden, enkel afgewisseld met wat trailers. Eén ticket dus voor twee films toen in Amerika, tegen twee tickets nu voor evenveel films in België, dat is zo’n beetje de financiële synthese voor ons Belgen.

Vast staat in elk geval dat Quentin Tarantino er met “Death Proof” is in geslaagd om de sfeer, de look en in zekere zin ook de stijl van filmmaken van 20 – 30 jaar geleden weer tot leven te roepen. In deze hommage aan de films uit die periode horen de kraakjes, krakjes, streepjes, onderbrekinkjes, storinkjes, dropouts en kleursprongetjes er dus gewoon bij. Maar dat had niet hoeven te betekenen dat wij op onze honger bleven zitten wat klasseflitsen van hoogstaand camerawerk betreft natuurlijk. Een eerbetoon aan de seventies en de eighties is o.k. maar als je de dames met technologische speeltjes als GSM-toestellen SMS’jes laat versturen, dan zien wij ook niet in waarom het camerawerk niet van de bovenste plank/een stuk inventiever en moderner had kunnen zijn. Het kan moeilijk anders of dit is (misschien deels) toe te schrijven aan het feit dat Quentin Tarantino in “Death Proof” zijn debuut maakt als ‘Director of Photograpy’, hij had er beter nog een beetje mee gewacht met andere woorden…

Death Proof

Waar we in “Reservoir Dogs” een voortreffelijke muziekkeuze ('Stuck in the Middle with You' van Steely Dan) en een subtiel, heel beredeneerd wegdraaiende camerabeweging bij de oorsnij-scène hadden in dezelfde film, waar in “Kill Bill vol I” de voortreffelijke samengang van muziek en beeld opmerkelijk waren met een aantal niet te overtreffen en bijzonder gekende songs die op precies het meest gepaste moment werden gestart, blijven we dus na het zien van “Death Proof” wat verweesd achter bij het zien van het laatste stukje eindgeneriek. Het zo heerlijke Tarantino-gevoel ontbreekt dus, één van de weinige uitzonderingen is de scène waarin de weirdo die zijn Dodge Challenger wil verkopen het meisje in het gele cheerleader pakje aanspreekt (en even daarvoor vroeg of ‘cheerleader films’ 'porn movies' waren voor hij zijn vierwieler aan de andere drie uitleende voor een testrit). Of er dan geen gelijkenissen zijn met eerdere Q.T.-films ?  O jawel, ook nu weer werpt men een spreekwoordelijke blik in de kofferbak, blijkt het belang van een ‘foot massage’, zit er een heerlijk 'dansje' in de film en zijn er schijnbaar onbeige gesprekjes tussen de belangrijkste personages (de eerste babbel wanneer Zoë – de stunt double van Uma Thurman in “Kil Bill en van Sharon Stone in “Catwoman” - zich bij het gezelschap heeft gevoegd bijvoorbeeld), precies in de lijn van de openingsscène van “Reservoir Dogs”. Je weet wel, de Madonna-babbel, de ‘Toby dit, Toby dat’-uitspraak, waarbij men op het einde van het gesprek naar buiten stapt in slow motion, op meesterlijke wijze muzikaal begeleid door de George Baker Selection, heeeeeeeeeerlijk was dat… Tot slot nog vermelden dat de filmmaker ook nu weer de gruwel en het bloed niet schuwt, iets waarvan we geen voorbeelden geven om de pret niet te bederven tijdens de film… Enne… wees voorzichtig als je straks naar huis rijdt hé…

Koenraad Adams


Synopsis

Quentin Tarantino en Robert Rodriguez zijn een samenwerking aangegaan en hebben beiden een film onder de noemer ‘Grindhouse’ gemaakt. Grindhouses waren bioscopen uit de jaren zeventig en tachtig die lowbudget films met cultstatus achter elkaar toonden. Bezoekers konden een kaartje kopen voor twee filmproducties, tussendoor werden er trailers vertoond. In tegenstelling tot de Verenigde Staten waar Grindhouse als één film zal gepresenteerd worden, zal de release in de meeste Europese landen als twee aparte films verschijnen.

Eén van de 22 films binnen Competitie op het Filmfestival van Cannes (2007).