Broderick Crawford
William Broderick Crawford


acteur/actrice
(19)

Broderick Crawford was de zoon van Lester (Robert) Crawford die voornamelijk actief was in de Vaudeville-wereld en actrice Helen Broderick die een voorkeur had voor komische rollen en vooral bekend werd door haar bijrol in de Fred Astaire-Ginger Rogers musical Swing Time. Broderick vergezelde zijn ouders een tijd lang tijdens hun tournees en was af en toe zelf(s) te zien in een stuk van hen.
Na het afwerken van de middelbare school op de Dean Academy in Franklin Massachusetts schreef hij zich onder druk van zijn ouders in aan Harvard. Drie weken later stond hij al weer buiten de universiteitsmuren en probeerde het dan maar in New York, als dokwerker maar ook als zeeman op een tanker.
Maar ook dat bleken foute keuzes waarna Crawford aan de slag ging als acteur van hoorspelen op de radio. Een volgende logische stap was acteren in toneelstukken, in 1934 maakte hij zijn debuut in Londen.
In 1935 volgde zijn Broadway-debuut. Dat ging niet onopgemerkt voorbij en, nog geholpen door zijn hoofdrollen in Punches en Judy bood Samuel Goldwyn hem een contract aan. Lang duurde hun samenwerking niet want in 1938 al zei hij vaarwel aan Hollywood en trok naar Broadway. Maar precies die wending in zijn carrière zorgde voor zijn terugkeer: zijn rol van Lennie in het stuk Of Mice and Men van John Steinbeck was al even succesvol als indrukwekkend en zorgde voor zijn terugkeer naar de filmstad. Verrassend genoeg werd hij voor de rol in de filmversie van 1939 gepasseerd door Lon Chaney Jr. Ondanks zijn kwaliteiten volgden jarenlang rolletjes in onbelangrijke films, meestal al geweldenaar. Hij had een onnavolgbare manier van spreken alsof hij een mitrailleur afschoot, hij spuwde veelal zijn woorden uit in korte uitbarstingen van woede of ongeduld. Voeg daarbij nog zijn zware lichaamsbouw die er mee voor zorgde dat hij al snel het stereotype werd van van schurk of gangster.
De tweede Wereldoorlog was ook voor Broderick een kink in de carrière-kabel en na het vervullen van zijn actieve dienstplicht ging hij weer aan de slag als acteur.
1949 werd dan het jaar van zijn doorbraak. Zijn rol van Willie stark, een meedogenloze politicus in All the King’s Men, gebaseerd op het werk van Robert Penn Warren en herschreven door Robert Rossen, leverde hem naast een Academy Award/Oscar ook de New York Film Critics Award op.
De komedie Born Yesterday waarin hij een junkdealer speelde (naar verluidt een parodie op Columbia-baas Harry Cohn) was een nieuwe voltreffer voor Crawford, idem voor het drama The Mob. En toch volgden hierna weer minderwaardige films met voor hem al even tweede- of derderangsrollen met uitzondering van Il Bidone van Federico Fellini waar hij een verrukkelijke rol van een oplichter in vertolkte.
Crawford bleef ondanks alles ook hierna actief als acteur, zowel op vlak van toneel, langspeelfilms en televisie. Zo was hij te zien in de tv-series Higway Patrol (1955-1959), King of Diamonds (1961-1962) en The Interns (1970-1971) maar het zorgde er ook voor dat zijn populariteit nog verder afnam.
In de jaren ’60 en ’70 verbleef hij lange tijd in Italië en Spanje waar hij in willekeurige, goedkope westerns en avonturenfilms te zien was.
Het zorgde er mee voor dat de acteur na al die jaren gedesillusioneerd en verbitterd was. Hij kreeg dan ook niet voor niks de reputatie van een zware drinker en amokmaker in bars en cafés.
Broderick Crawford wordt uitzonderlijk al eens vermeld als Brod Crawford. In 1940 trouwde hij met Kay Griffith, het paar kreeg twee kinderen: Kim en Kelly. Na hun echtscheiding trouwde Crawford in 1962 opnieuw, deze keer met Joan Tabor maar vijf jaar later was hij alweer gescheiden.
Oscars ® 1950 | Gewonnen | Beste acteur in een hoofdrolActor | All the King's Men |
"My trademarks are a hoarse, grating voice and the face of a retired pugilist: small narrowed eyes set in puffy features which look as thought they might, years ago, have lost on points."