Taking Woodstock

Gewoon
Taking Woodstock
2009
14/10/2009
langspeelfilm
110 minuten
komedie

verdeler

K.F.D. K.F.D.

acteur/actrice (9)

Liev Schreiber Liev Schreiber →  Vilma
Imelda Staunton Imelda Staunton →  Sonia Teichberg
Dan Fogler Dan Fogler →  Devon
Eugene Levy Eugene Levy →  Max Yasgur
Jeffrey Dean Morgan Jeffrey Dean Morgan →  Dan
Emile Hirsch Emile Hirsch →  Billy
Demetri Martin →  Elliot
Henry Goodman →  Jake Teichberg
Jonathan Groff →  Michael Lang

regisseur (1)

Ang Lee Ang Lee

producent (3)

Ang Lee Ang Lee
James Schamus
Celia Costas
Taking Woodstock

Dat Ang Lee zich niet voor een genregat laat vangen is geweten. Het cv van de Taiwanese regisseur ziet er op zijn zachtst gezegd hoogst gevarieerd uit: “Sense & Sensibility”, “The Ice Storm”, “Crouching Tiger, Hidden Dragon”, “Hulk”, “Brokeback Mountain”, “Lust, Caution”... onderling inwisselbaar zijn de films uit zijn oeuvre moeilijk te noemen. Kwalitatief zit het meestal ook wel snor, al is het moeilijk om onverdeeld positief te zijn over zijn nieuwste worp “Taking Woodstock”.

Het geschiedschrijvende 1969-muziekfestival in Bethel, New York (en neen, dus niet in Woodstock, dat zo’n 65 kilometer verder lag) wordt hier gereconstrueerd aan de hand van de memoires van Elliot Tiber (nogal flets vertolkt door standupkomiek Demetri Martin). Hij is de zoon van Joods-Oostenrijks-Russische immigranten die in White Lake, Bethel het El Monaco motel uitbaten. Dat motel was op zijn zachtst gezegd (en zoals het in het Engels mooi klinkt) ‘run of the mill’. Een vlooienbaal, dus. Zelfs de stallen waren verhuurd aan een avantgardistische theatergroep. Het motel is op sterven na dood, en Elliots ouders kunnen nauwelijks de hypotheek of de verzekering betalen. Tot wanneer het toeval de Tibers een beetje helpt.

Taking Woodstock

Wanneer Elliot hoort dat de organisatoren van Woodstock door boze en verontruste buurtbewoners zijn weggejaagd uit buurstadje Walkill, lokt hij hen naar het El Monaco Motel. Tiber heeft immers een vergunning voor het organiseren van het White Lake Music and Arts Festival, een vergunning die hij graag wil overhandigen aan de Woodstockcrew, als ze tenminste de dagen van het festival in het motel van zijn ouders willen overnachten. Wanneer het festival uiteindelijk zijn tenten opslaat op de weilanden van boer Max Yasgur (en de organisatoren het volledige El Monaco afhuren) maakt Bethel zich willens nillens op voor drie dagen boordevol muziek, regen, modder, logistieke problemen en veel, heel veel hippies...

Taking Woodstock

“Taking Woodstock” begint als een zeer brede komedie. Vooral Imelda Staunton als Elliots moeder en wel heel vrekkige moteluitbaatster maakt snel duidelijk dat er mag gelachen worden in “Taking Woodstock”. Gedurende de eerste drie kwartier is het vrij interessant om de ontstaansgeschiedenis van Woodstock te zien aan de hand van het verhaal van een nevenpersonage dat niet rechtstreeks bij de organisatie was betrokken, maar die uiteindelijk wel een belangrijke schakel in het geheel bleek. Eens die voorbereidende taken achter de rug zijn, is het echter snel uit met de (interessante) pret. Van zodra “Taking Woodstock” zich focust op de hippies die in het gehucht neerstrijken verzandt alles te snel in een banaal en clichématig ‘coming of age’-verhaal. Boeiend is het niet: Elliot die in de clinch ligt met zijn ontluikende homoseksualiteit, experimenten met drugs en zijn ‘ontsnappingspogingen’ aan de vleugels van ma en pa... van een boeiende geschiedkundige insteek is al gauw geen sprake meer, en van een boeiende film evenmin. Het kaderen van Woodstock in de tijdsgeest loopt ook mank: er is een korte scène waarin de ouders van Elliot naar de maanlanding kijken, en Emile Hirsch voegt maar weinig toe als getraumatiseerd Vietnamveteraan die de zin van het leven herontdekt als hippie. En wat Liev Schreiber als transseksueel in deze film uitspookt, mag Jimi Hendrix weten. Nochtans doet Lee zijn best om de film levendig te houden, zij het dan misschien vooral voor degenen die Michael Wadleighs uitstekende Woodstock-documentaire uit 1970 zagen. Bij wijze van hommage stopt Lee heel wat splitscreenmomenten in “Taking Woodstock” en op een moment ensceneert hij zelfs een interviewscène die in Wadleighs film zit.

Ook opvallend is dat Lee geen enkele glimp van de optredens laat zien of horen. Ergens logisch, daar Tiber zelf ook niets van de concerten meepikte, maar het is wel een extra reden waarom het tweede uur van “Taking Woodstock” aan bloedarmoede en eentonigheid ten onder gaat. En waarom je toch een beetje teveel op de honger blijft zitten. Een naar de normen van Ang Lee te mager beestje en helaas bij lange na niet groovy genoeg.
 

Gezien op het Filmfestival van Gent (2009).

Alex De Rouck
Weekend Box Office VS
28-08-2009 Plaats 9 $ 3.457.760


Synopsis

Taking Woodstock neemt je mee terug naar hoe het wereldberoemde festival Woodstock ooit begon. Gebaseerd op het dagboek van Elliot Tiber, in een tijd waar alles mogelijk leek te zijn.
Elliot werkt als interieurontwerper in Greenwich Village, maar moet terug naar El Monaco om het familiebedrijf te redden, dat door zijn onnozele ouders om zeep wordt geholpen. Om te zorgen dat het motel niet door de bank wordt overgenomen, moet Elliot met een geniaal plan komen. Wanneer hij hoort dat het geplande muziekfestival geen toestemming krijgt vanuit het buurtdorp Wallkill, biedt Elliot producer Michael Lang als alternatief een groot stuk grond en het familiemotel aan. Met de hulp van zijn vrienden en dorpsgenoten wachten ze een half miljoen mensen op dat onderweg is naar het festival van drie dagen vrede en muziek. Zo komt Elliot terecht in een beleving dat zijn leven - en een stukje cultuur - voorgoed verandert.