Sweet Country


verdeler

acteur/actrice (10)


regisseur (1)
producent (2)
uitvoerend producent (7)
director of photography (1)
scenarist (2)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)

Veel redenen om “Sweet Country” aan het filmhart te drukken. Sam Neill en Bryan Brown – twee epigonen van de Australische cinema – nog eens samen gensters zien slaan in het bioscoopscherm is er een van. Maar niet de enige: een sterk script gedrenkt in een poëtische beeldentaal die gebruik maakt van Egoyaneske tijdlijnfracturen vormt de echte kroon op het werk.
“Sweet Country” is een outbackwestern die de kijker met de neus op historische feiten drukt: de Australische veroveraars waren racisten en de Aboriginals werden tijdens de pioniersjaren in Australië onheus behandeld. Zie ook: de cowboys en de Indianen in de VS van A. Zelfde pot nat. Of later: de blanken en de Afro-Amerikanen. Ook die pot.

Regisseur Warwick Thornton is zelf een afstammeling van de Aboriginals en vond het hoog tijd om de huidige generatie Australiërs – en bij uitbreiding iedereen die momenteel tweetend door de wereld sleft – nog eens aan die feiten te herinneren. Dat doet hij niet door te preken of te vingerwijzen, maar door een stevige kan westernkoffie te brouwen waarin hij een deels op ware feiten gebaseerd verhaal extrapoleert naar het verhaal van een volledige natie.

Australië in de jaren twintig van de vorige eeuw. Blanke boeren en kolonisten likken hun oorlogswonden na hun strijd aan het WO I-front en proberen zich te settelen als boer, tuinder of diender. De zwarte bevolking wordt er bekeken als ‘blackstock’ en zijn er enkel om bevelen uit te voeren en klappen te incasseren. Zij het niet bij iedereen: de in christenleer gedrenkte boer Fred Smith (Neill) heeft een goede verstandhouding met zijn werknemer Sam (Hamilton Morris) die samen met zijn vrouw op Freds bescheiden ranch woont. De komst van een nieuwe buurman – gedesillusioneerd door de oorlog, dronken, racistisch en agressief – zorgt voor een dramatische ommekeer. Terwijl Fred afwezig is, schiet Sam de man in wettige zelfverdediging neer, waarop hij op de vlucht slaat omdat hij weet wat de repercussies zijn voor een zwarte man die een blanke heeft neergeschoten. Onder leiding van sergeant Fletcher (Brown) vormt zich een posse die vastbesloten is om Sam in te rekenen. Smith trekt mee om er op toe te zien dat Sam – eens gearresteerd – een faire kans krijgt.
Thornton ontvouwt zijn plot binnen de krijtlijnen van een western die zo uit Hollywoods gouden jaren zou kunnen komen. De in zinderende beelden georkestreerde natuurpracht - opgenomen nabij de regio van Alice Springs waar de cineast zelf opgroeide - vormt een personage op zich en het schaarse geweld schuwt de yuk-factor niet wanneer het genadeloos toeslaat. Thornton gaat ook de humor niet uit de weg: Neills middernachtelijke hymne waarmee hij de leden van de posse een sarcastische veeg uit de pan heeft is een pure parel. En die zangstonde is lang niet het enige kippenvelmoment binnen de contouren van deze brok relevante, beklemmende en cinematografisch alerte cinema.