Los
verdeler
acteur/actrice (6)
regisseur (1)
producent (2)
Op dagen waarop het gevreesde ochtendhumeur zich als een bloedzuiger aan de rest van het etmaal vasthecht, denken we opkikkergewijs graag terug aan de soundbyte van Jan Verheyen ten tijde van De Alias. Hoe er eindelijk een Vlaamse horrorfilm was gemaakt die zich kon meten met het beste van de mainstream Amerikaanse griezelprenten. Onvervalst dijenkletsen was die uitspraak, zeker omdat bovenvermelde slasherfilm saaier bleek dan het rottingsproces van besproeid onkruid. En zeggen dat Verheyen de genrefreak in ons vaak zo netjes voedt met de fijne omkadering van de Cult Night op winterse vrijdagavonden.
Verheyen richt zijn camera inmiddels liever op passepartoutcinema voor alle leeftijden. Een dramaatje links, een komedietje in het midden, een thrillertje rechts. En volgend jaar Dossier K., de opvolger van Erik Van Looys De Zaak Alzheimer. Met Los, de verfilming van de roman van Tom Naegels uit 2005, maakte Verheyen zijn beste film sinds de Tom Lanoye-verfilming Alles Moet Weg van midden de jaren negentig. Naegels schreef met Los een autobiografische roman over zijn carrière als journalist bij 'De Nieuwe Gazet' (de Antwerpse poot van Het Laatste Nieuws), romantische beslommeringen, euthanasie, de moeilijke verstandhouding tussen Vlaming (Antwerpenaar) en allochtoon, en de straatrellen in Borgerhout anno 2002 die de discussie over en tussen blank en bruin nog meer aanwakkerden.
Naegels (Pepijn Caudron, bij de Vlaamse tv-minnende kijker bekend uit 'De Kotmadam' en 'Kinderen Van Dewindt') is duidelijk voorstander van een multiculturele samenleving, maar makkelijk heeft hij het niet met zijn standpunten. De man in de straat heeft vaak een andere mening, en ook zijn grootvader (Jaak Van Assche) wijdt het verval van de Vlaamsche samenleving aan de nieuwe Belgen. Naegels heeft het geluk om via zijn rol van journalist door te kunnen dringen in de allochtone gemeenschap. Wanneer hij tijdens een inburgeringscursus kennis maakt met de Pakistaanse Nadia (Sana Mouziane), wordt hij zelfs verliefd op haar, en dat net op het moment dat hij van plan was een huis te kopen met zijn Tine (Sofie Van Moll). Wanneer zijn grootvader met kanker wordt opgenomen in het ziekenhuis en de immer klagende man euthanasie wil omdat hij incontinent is geworden, komen er nog meer problemen in het ooit eens zo geordend lijkend leven van Naegels...
Los wil veel vertellen. Teveel. Verheyen slaagt er grotendeels in om met alle ingrediënten een vlot binnenglijdende publieksfilm te maken, maar vlot staat niet altijd synoniem met diepgaand. Er worden veel vragen gesteld en problemen aangekaart, maar de antwoorden worden meestal gezwind uit de weg gegaan. De scène waarin de rellen in Borgerhout worden geënsceneerd is hiervan een treffend voorbeeld. Die reconstructie dient schijnbaar vooral om de vertwijfeling van het hoofdpersonage te verwoorden, maar wordt niet echt ingekaderd. Akkoord, Los is geen politiek pamflet, maar de film stijgt ook nergens uit boven de grenzen van een brave komedie met hapklaar en vaak eentonig vertier voor jan en de buren van alleman.
Voorwaarde om van de film te genieten is alvast dat je beter geen hekel hebt aan Pepijn Caudron: die brave jongen is immers in zowat elke scène aanwezig. Om de haverklap mag hij de film onderbreken om rechtstreeks de zaal in te praten tegen een felwitte achtergrond. Soms werkt het truukje (de scène met het beeldje van de uil), maar meestal hebben die ingrepen weinig nut. Het is een manier om het publiek persoonlijk(er) te betrekken bij het verhaal op het scherm, maar de stijloefening werkt niet echt. Was het trouwens wel een goed idee om de film zo nadrukkelijk vanuit het standpunt van Naegels te vertellen ? De film opent zelfs met Pepijn Caudron/Tom Naegels die op het publiek toestapt met zijn roman in de hand. Niet echt verwonderlijk dat het hoofdpersonage op sommige momenten net niet op de zenuwen begint te werken. In essentie vertoeven we bijna twee uur in het gezelschap van een 'so what'-journalist die problemen heeft met zijn lief en wiens grootvader op sterven ligt. Alles gedrapeerd rond het multiculturele vraagstuk dat netjes en voorzichtig binnen de lijnen kleurend wordt aangepakt. Het mag dan nog entertainend zijn, interessant wordt het zelden of nooit.
Los mag dan niet echt bekoren, sommige brokken in de stoofpot werken gelukkig wel. De openingsscène met Frank Focketyn zorgt voor een nagenoeg perfecte aftrap, Caudron heeft genoeg schwung om de film te dragen (wanneer zijn personage tenminste niet op de irritatiegrens balanceert) en in de bijrollen is het vooral uitkijken naar de schijnbare eenvoud waarmee Stany Crets en Koen De Graeve hun personages humoristisch inkleuren. Minder fraai zijn dan weer de nadrukkelijke vtm-placement uitschuivers: in een scheefzittende scène passeren nog eens voorrondekandidaten van 'Idool' de revue en zit het conflict schijnbaar in het feit dat wij als Vlamingen daar om lachen, maar de arme asielzoeker het niet leuk vindt omdat het ook maar mensen zijn die hun droom volgen. Eén ding is zeker: moest ik allochtoon zijn en ik moet verplicht naar '2 Straten Verder' kijken, er sneuvelden ook bushokjes en winkelruiten. Zo, en dan gaan we nu ons Mister Mister-singletje van onder de mottenballen halen.