Daddy’s Home 2
verdeler
acteur/actrice (10)
regisseur (1)
producent (4)
director of photography (1)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)
Frappant hoe menselijke (familie)waarden in Amerikaanse komedies steeds maar holler, leger en vooral cynischer ogen. Nog frappanter: het gros van de doelgroep - het grote publiek zoals dat heet - is blijkbaar zo onwetend of geconditioneerd om daar niet over te vallen. Zolang de personages in een rijkeluishuis wonen en op het eind de moraalstaart ratelt dat elkaar graag zien de lijm van alles is, lijkt dat publiek alles te slikken wat het maar voorgeschoteld krijgt.
Frappant is eveneens dat Hollywood tijdens de zogenaamde gouden jaren wegkwam met die aanpak. Screwballcomedies, Capracorn of eender wat met James Stewart, Cary Grant of Gregory Peck in de hoofdrol … het was niet alleen leuk vertier, de meeste van die komedies staan ook vandaag nog als een tornadobestendig huis. De kunst van goede familiekomedies maken lijken de grote Hollywoodstudio’s helaas kwijtgespeeld. Een van de kantelpunten zou wel eens de invloed van John Hughes zaliger kunnen zijn. Titels als “Pretty In Pink” mogen dan wel terechte tienerklassiekers zijn, wat velen schijnen te vergeten is dat Hughes met door hem geschreven en/of geregisseerd fastfood als “Mr. Mom”, “Uncle Buck” en zelfs “Home Alone” de gesuikerde familiekomedie linea recta de diabetessnelweg heeft opgestuurd.
Sean Anders kopieert met “Daddy’s Home Two” Hughes’ blauwdruk tot op het evangeliebot. Dat deed hij met de vorige “Daddy’s Home” ook al, alleen valt het nu nog dubbeler en dikker op. Karakterintroducties zijn niet meer nodig, en het resultaat voelt meer aan als een anderhalfuur aanslepende sitcomaflevering dan als een bonafide gestructureerde film. Bovendien weet Anders de verhollywoodiseerde familienonsens niet te counteren met gedenkwaardige gags. Preutse familienonsens zelfs, want er is niet een gortige grap te bespeuren, en dat is in de meeste komedies vandaag de dag wel anders. Eigenlijk is er nauwelijks een geslaagde grap te bespeuren, wat meteen verklaart waarom deze sequel nog een afdeling lager speelt dan de amper twee jaar oude zijnde eersteling.
Helemaal vinger in de keel wordt het bij scènes waarin winkeldiefstal wordt vergoelijkt, en er zelfs gelachen moet worden als een meisje van acht dat met een wapen van heb ik jou daar op kalkoenjacht is iemand het ziekenhuis inknalt. In die drab is de toevoeging van Mel Gibson en John Lithgow als respectievelijk machovader van Mark Wahlberg en praatzieke knuffelvader van Will Ferrell niet eens een doekje voor het bloeden te noemen. Waar zijn Kevin Spacey en Christopher Plummer als je ze nodig hebt ?
Voor wie met een plottechnische paragraaf wil wegklikken of -scrollen … het gezin met Wahlberg en Ferrell als covaders besluit om extra suikerzoet schijnheilig te zijn door gezamenlijk kerst te vieren, en dit met inbegrip van alle irritante (stief)kinderen en aanhangsels, Gibson en Lithgow inclusief dus. Gibson huurt een uit de kluiten gewassen buitenverblijf in winter wonderland, en in dat huis worden uiteindelijk alle onenigheden tussen jan en alleman weggewerkt zodat iedereen op het einde in knuffelmodus een “Do They Know It’s Christmas” singalong kan inzetten. “There’s no need to be afraid” naar het schijnt. Maar ook niet to be amused.
10-11-2017 | Plaats 2 | $ 29.651.193 |
17-11-2017 | Plaats 4 | $ 14.435.710 |
24-11-2017 | Plaats 5 | $ 13.217.419 |
01-12-2017 | Plaats 5 | $ 7.572.390 |
08-12-2017 | Plaats 6 | $ 6.000.000 |
15-12-2017 | Plaats 6 | $ 3.812.824 |