In een kleine plaats in Georgia schenkt de jonge Celie het leven aan twee kinderen, terwijl ze zelf nog nauwelijks de kinderlieeftijd is ontgroeid. De kinderen zijn verwekt door de man die ze 'Pa' noemt en die de baby's na hun geboorte bij haar weghaalt. Daarna zegt hij nooit meer iets over wat er van hen geworden is.
Gesteund door de sterke band die ze heeft met haar zuster Nettie, laat Celie haar eigen identiteit onderduiken. Ze wordt slecht behandeld, eerst door Pa, daarna door de man die ze 'Mr noemt, een weduwnaar met vier kinderen, aan wie Pa haar 'gegeven' heeft.

Celie stort haar hart uit in brieven. In eerste instantie zijn ze gericht aan God, later aan haar afwezige zus Nettie. In 1921 komt de blueszangeres Shug Avery in het leven van Celie. Zij is een domineesdochter en wordt aanbeden door 'Mr'. Pas dan laat Celie zien dat ze de beschikking heeft over een stralende geest en ontwikkelt ze een besef van eigenwaarde en van de wereld van mogelijkheden die voor haar open ligt. Ze komt volledig tot bloei als Shug aan komt zetten met tientallen brieven, geschreven door haar zus Nettie die als missiezuster in Afrika werkt. 'Mr' had die brieven jarenlang achtergehouden. Het aan de oppervlakte komen van Celi's identiteit maakt de hereniging van al haar geliefden mogelijk. En dat gebeurt met fantastische, poëtische gerechtigheid en met de inspirerende triomf van de verlossende, helende kracht van de liefde. Gebaseerd op Alice Walker's verhaal (winnaar van de Pulitzer Prijs).