All of Us Strangers
verdeler
acteur/actrice (6)
regisseur (1)
producent (3)
uitvoerend producent (5)
director of photography (1)
scenarist (1)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
artdirector (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)
Rouw, het blijkt verdekke een tweerichtingstraat te zijn. Of soms zelfs een boulevard met veel invalswegen, kruispunten en hobbeldrempels. En vaak ook niet verlicht als nacht en ontij invallen. Andrew Haigh laat wel een licht schijnen op verlies, afscheid en aanvaarding. Zij het geen overgewatteerde faar, maar een zacht sluimerend theelicht dat precies weet op welk moment de flakker te laten ontroeren.
Zo … genoeg introsymboliek en sfeerscheppende woordwaren, de met de deur in huis-essentie is dat All of Us Strangers een heel schone film is. Een die je karbonkels ontroerend cinematografisch masseert en balsemt terwijl hij je met sterfelijkheid confronteert.
Inspiratie voor zijn vijfde langspeler – of zijn zesde, als je ook de miniserie The North Water meetelt – vond Haigh in Taichi Yamada’s uit 1987 stammende roman Ijintachi To No Natsu – letterlijk vertaald als Summer Of The Strange People, officieel als Strangers. In dat boek ontmoet een scenarist een koppel dat als twee druppels water op zijn overleden ouders lijkt. Blijkt dat die twee eigenlijk geesten zijn die hem traag maar zeker naar gene zijde lokken.
De roman werd in Japan in 1988 al eens als horrorfilm geadapteerd. Haigh laat de horror voor wat die is, focust zich welhaast metafysisch vooral op de tragiek en dramatiek, en kiest voor een heel vrije interpretatie van Yamada’s voorzet. Hij geeft de plot een eigen draai, situeert alles (of liever: grote delen) in het Engeland van de jaren tachtig en voegt ook een homoseksuele romance toe aan de plot die hij dan weer kan linken aan AIDS-angst onder het premierschap van Margaret Thatcher.
De eenzame schrijver Adam – een personage waar Haigh naar eigen zeggen ook een fikse scheut van zichzelf in heeft geprojecteerd – hokt in een schijnbaar verlaten appartementstoren in Londen. Op een dag loopt hij – na wat bijna een goddelijk aangestuurd brandalarm lijkt – buurman Harry tegen het lijf en tussen de twee ontspringt een mannenromance die evenzeer uit lust als uit melancholie is opgebouwd. Melancholie waar Adam sowieso mee mee te kampen heeft daar hij regelmatig met de trein naar zijn ouderlijk huis in een Londense voorstad spoort waar hij levensechte ontmoetingen heeft met zijn ouders die dertig jaar eerder om het leven kwamen bij een auto-ongeval.
Haigh vond de juiste acteurs om zijn ‘demonen van de geest’-drama extra pakkend te maken: Andrew Scott excelleert in de hoofdrol, Paul Mescal intrigeert als mysterieuze buurmangeliefde en Jamie Bell en Claire Foy zetten ontroerend bezorgde ouders neer die in een bovenzinnelijk universum voor het eerst hun volwassen zoon ontmoeten. All of Us Strangers mikt tegelijkertijd naar het verstand, het hart en de ziel en treft drie keer raak. Bravo, hoera en wowze.
En oh ja, ook de trommelvliezen worden vertroeteld met glorieuze deunen uit de jaren tachtig, finaal gekoppeld aan Frankie Goes To Hollywoods leidmotief The Power of Love. Een lied dat – zij het in een coverversie – toevallig ook de eindgeneriek van Fien Trochs Holly klankkleur mag geven. De kracht van liefde is blijkbaar op en van veel markten thuis in 2023. Zij het nergens zo keelkropperig als in Haighs zweterige levensdroomboom die lekker lang als een poëtische pruimelaar in je poriën zal blijven bloeien.
Gezien op Film Fest Gent.