Drie jaar.  Zo jong was John Huston toen hij voor het eerst te zien was op de (toneel)planken waarna een periode volgde waarin hij veel reisde met zijn beide ouders.  Die scheidden in 1913.  Op 12-jarige leeftijd werd John Huston opgenomen in een sanatorium om te rusten omwille van zijn te groot hart en problemen met zijn nier.  Het herstel was indrukwekkend als je weet dat hij op al op 14-jarige leeftijd de middelbare school in Los Angeles verliet om bokser te gaan worden.  Hij werd kampioen bij de lichtgewichten in Californië maar zijn titel werd overschaduwd door de neusbreuk die hij hierbij opliep. 

Op 19-jarige leeftijd maakte hij zijn professioneel acteerdebuut in een toneelstuk en huwde met het meisje waar hij op school verliefd was op geworden.  De combinatie van acteren en het huwelijksleven leek niet echt aan hem besteed en John Huston verkaste naar Mexico waar hij Officier werd bij de cavalerie.  Hij hield het in 1928 voor bekeken en keerde huiswaarts met Frankie and Johnny, een muzikaal stuk dat hij had geschreven op locatie.  Het waren heuse marionetten die het stuk voor het eerst speelden.

Hierna kwam hij in contact met regisseur William Wyler, een vriend van zijn vader, en ging acteren in drie van zijn films.  Korte tijd later werkte hij als journalist bij het New Yorkse Graphic maar werd er al snel ontslagen.

De volgende stap was - eindelijk - Hollywood waar Sam Goldwyn hem als scenarist in dienst nam, met een vast loon maar eigenlijk zonder enig werk van betekenis.  Het was dank zij de sterrenstatus van zijn vader dat hij de overstap kon maken naar Universal waar hij de teksten schreef voor drie films, in twee ervan vertolkte papa Huston een rol.

In 1932 verliet John Hollywood al opnieuw en dook onder in Parijs en Londen, levend in een alles overheersende eenzaamheid, op het randje van de marginaliteit.  Toen hij terug thuis was werkte hij als redacteur voor het magazine Mid-Week Pictorial.  In 1933 trok hij dan naar Chicago waar hij de titelrol vertolkte van de WPA-productie Abraham Lincoln, drie jaar nadat zijn vader diezelfde rol had gespeeld in de filmversie van D.W. Griffith.

In 1937 huwde Huston voor de tweede keer en trok richting Hollywood waar hij het voor de tweede keer probeerde als scenarioschrijver.  Deze keer was het de goede keer want het bleek een ideaal opstapje naar het werken als regisseur : hij schreef aan enkele belangrijke scripts van Warner Bros waardoor hij in 1941 de kans kreeg om ook de regie voor zijn rekening te nemen in het melodrama The Maltese Falcon.  Nadat hij nog twee films én twee toneelstukken had geregisseerd sloot hij zich aan bij het Signal Corps van het Amerikaanse Leger.  Het bleek een ideale job en omgeving om drie bijzonder geslaagde en al even realistische documentaries rond de Tweede Wereldoorlog te gaan maken.  Huston werd bevorderd tot Majoor en kreeg de Legion of Merit onderscheiding voor zijn moedig optreden in oorlogssituaties op zowel het Europese front als dat rond de Stille Oceaan.

In 1945 keerde Houston nog maar eens terug naar Hollywood, scheidde van zijn tweede vrouw en stapte in 1946 voor de derde keer in het spreekwoordelijke bootje, deze keer met de actrice Evelyn Keyes.  Het was een huwelijk dat ook al op de klippen liep vier jaar later.  Het belette Huston niet om actief te blijven op vlak van toneel en film, niet altijd zonder risico of met een grote kans tot slagen, getuige daarvan het stuk No Exit van Jean-Paul Sartre dat hij lanceerde op Broadway.  Het stuk won de New York Drama Critics Award in 1946.

The Treasure of the Sierra Madre, Huston's eerste film na de oorlog, zorgde ervoor dat de filmmaker weer voet zette op Mexicaanse grond, de prent werd bijzonder positief onthaald door de pers.  Maar ook door de Academy die zijn werk bedacht met twee Academy Awards.  Zijn vader Walter Huston kreeg er overigens ook één voor zijn rol in deze film, die voor Beste Acteur in een Bijrol.

In 1947 richtte Huston samen met regisseur William Wyler het Committee for the First Amendment op, als reactie op de heksenjacht richting filmwereld die was ontstaan door toedoen van het HouseUn-American Activies Committee, het HUAC.

Toen in 1948 zijn contract met Warner Bros was afgelopen richtte hij Horizon Pictures op met aan boord onder andere filmproducent Sam Spiegel, bekend om zijn independent manier van denken op filmvlak.  Het was in deze periode dat John Huston The Asphalt Jungle maakte, een film die door velen gezien wordt als de beste film die hij ooit maakte.  In 1952 bracht hij met Moulin Rouge het werk van de kreupele schilder Toulouse-Lautrec tot leven.

Huston's liefdesleven was al even woelig als zijn carrière in deze periode die gekenmerkt werd door films die de ene keer een mislukking, de andere keer weer een succes werden.  In 1950 scheidde Huston van Evelyn Keyes om een dag later (!) te trouwen met ballet-danseres Enrica (Ricki) Somi.  In 1950 noemde James Agee, een belangrijk filmcriticus in die periode, John Huston de beste Amerikaanse Regisseur van die tijd en zijn bewondering voor hem was zo groot dat hij er ook een tijd mee samenwerkte.  Zo schreven de twee samen het scenario van The African Queen.  In 1952 kwam Huston in het vizier van het onderzoek door de HUAC (cf. supra) en toen de fameuze Hollywood black list een feit werd verhuisde hij met Somi en haar kinderen - inbegrepen de pas geboren Anjelica Huston - naar St. Clerans, een Iers landgoed.

Tien jaar later en na de geboorte van Danny Huston (° 04/05/1962) die ook regisseur zou worden liep ook dit huwelijk op de klippen.

In de jaren '70 volgden ondermeer Fat City, een film over de bokswereld, The Man Who Would Be King en Wise Blood, gebaseerd op de roman van Flannery O'Connor.

In 1972 ging hij terug in Mexico wonen, in Las Caletas vlakbij Puerto Vallarta.  Daar huwde hij met zijn inmiddels vijfde vrouw : Celeste Shane.  Het paar scheidde in 1977.  Het werd meteen Huston's laatste huwelijk.

John Huston koos niet altijd voor de makkelijkste onderwerpen en er waren maar weinig onderwerpen die voor hem taboe waren :homoseksualiteit, psychoanalyse, you name it, Huston maakte er een film over.

Met Annie maakte John Huston op 75-jarige leeftijd (!) zijn eerste musical en het was nog niet eens zijn laatste film : zo volgden nog Under The Volcano en Prizzi's Honor, een zwarte komedie waarin ook Anjelica Huston te zien was en er zelfs een Academy Award voor kreeg.

Zijn gezondheid op het einde van zijn carrière was echter in die mate slechter geworden dat de verzekeringsmaatschappijen niet langer wilden voor een dekking zorgen tijdens zijn laatste filmproductie The Dead.

In Mr. North, het regiedebuut van zoon Danny Huston, was er voor John nog een figurantenrolletje weggelegd maar hij werd ernstig ziek tijdens de opnames.  John Huston stierf aan een longontsteking nog voor de opnames waren afgewerkt.  Hij werd 81 jaar.