Het warme misdaadwater vindt Ben Affleck geenszins opnieuw uit met zijn tweede regieklus “The Town”. Wat niet per se een kritiek is: niets mis met regisseurs die de geijkte paden van een genre afschuimen, zolang hun ei maar de beste elementen met elkaar verbindt. En dat is precies wat Affleck doet in deze prent, gebaseerd op de roman “Prince Of Thieves” van Chuck Hogan. Niet zo heel bekend die man, al werd zijn boek in 2005 door Stephen King bestempeld als een van de tien beste van dat jaar. En momenteel schrijft hij samen met Guillermo Del Toro een vampierentrilogie.

Opvallend is dat Ben Affleck als regisseur opnieuw kiest voor een politiedrama dat zich afspeelt in Boston. Waarmee hij trouw blijft aan zijn roots, daar Affleck zelf in Boston opgroeide. Dé kronikeur van Boston blijft natuurlijk Dennis Lehane, wiens volledig oeuvre zich nagenoeg in die stad afspeelt, of het nu gaat om zijn hardboiled detectives of om zijn zogenaamde 'great American novels' zoals “Mystic River” en “The Given Day”. Goed nieuws trouwens voor wie een fan is van ’s mans werk of Afflecks adaptatie van “Gone, Baby, Gone”. Lehane heeft immers een sequel klaar, en die “Moonlight Mile” ligt in novermber te koop in elke zichzelf respecterende boekhandel. Misschien dat Affleck de verfilming daarvan ook op zich kan nemen ?

Voor “The Town” richt Affleck zijn pijlen op Charlestown, een buurt in Boston waar statistisch gezien meer bankovervallers wonen dan in eender welke stad. Moeten gezellige buurtfeesten zijn, daar. Affleck vertolkt zelf de rol van zo’n bankovervaller, met name Doug McRay. Samen met zijn jeugdvrienden Jem (“The Hurt Locker”-sensatie Jeremy Renner), Gloansy en Dez voert hij in opdracht van de zich als bloemenverkoper voordoende misdadiger Colm (Pete Postlethwaite) een hele reeks bankovervallen uit, uiteraard in ruil voor een aanzienlijk deel van de buit. De film begint met een spectaculaire overval op een bank (Doug en zijn makkers gaan schuil achter akelige skelettenmaskers), waarbij bankbediende Claire (Rebecca Hall) gegijzeld wordt. Het nagenoeg in shock verkerende meisje wordt ongedeerd en geblinddoekt achtergelaten op het strand.

Na de overval (die niet geheel volgens plan verliep daar een andere bankbediende bijna tot moes werd geslagen) ontdekt Jem dat Claire bij hen in de buurt woont. Doug neemt de taak op zich om haar te schaduwen en uit te vinden of ze wat vermoedt over de identiteit van de daders. Dat Doug en een onwetende Claire verliefd worden op elkaar laat zich raden. Wat zich ook laat raden is dat de FBI-arm der wet in Charlestown neerstrijkt om de bankovervallen een halt toe te roepen. En die wordt gestalte gegeven door Jon Hamm (Don Draper uit de sublieme tv-reeks 'Mad Men'), die met zijn welhaast nonchalante interpretatie van FBI-speurder Frawley nog het meest buiten de voorspelbare lijntjes kleurt.

Voorspelbaar ?  Helaas wel. Zelfs al blijft “The Town” twee uur prima filmvermaak, origineel oogt het allemaal niet. De verhaallijn is heel conventioneel en voegt weinig toe aan het subgenre waarin een misdadiger droomt van een eerlijk leven maar schijnbaar gevangen zit in zijn milieu en foute levenskeuze. Niet dat Affleck veel ruimte laat voor gemijmer of gefilosofeer. Integendeel, hij wil zich zelfs meten met Michael Mann, en komt in de climax met een openluchtschietpartij op de proppen die meer dan een zweem “Heat” uitademt. Let alvast op het moment waarop Affleck de klankband vult met stilte en een oorpiepend geluid om de impact van de explosies weer te geven. Een leuke vondst in deze potige misdaadprent, die als puntje bij paaltje komt toch net iets te klassiek gestructureerd is om de veelvretende filmslokop echt van de sokken te blazen.