Poker Face






verdeler

acteur/actrice (10)


regisseur (1)
producent (9)
director of photography (1)
uitvoerend producent (24)
scenarist (1)
beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)
componist (2)

Postproductionele problemen? Per ongeluk de eerste draft van het script uitgeprint of de finale versie van het draaiboek te schoonmoederlijk behandeld? Wat ook de reden is … dat er kosten zijn aan Poker Face valt nauwelijks – of zelfs niet – te loochenen.
Russell Crowe gooit in de tweede door hem geregisseerde prent – The Water Diviner uit 2014 is zijn eerste – nogal wat zaken op een hoopje en vindt daardoor zelden een focus. Door die zaken dan ook nog eens halfslachtig uit te werken vindt hij nog zeldener span- en draagkracht.

De synopsis van Poker Face laat zich samenvatten als een miljardair die vier jeugdvrienden in zijn afgelegen en stevig gesurveilleerde landhuis uitnodigt voor een avondje miljoenenpoker met als bedoeling hen een geheim mee te delen terwijl hij hen tegelijkertijd confronteert met hun eigen zonden. Aha, een thriller denk je dan? Hum … nauwelijks. Een drama dan? Dat zit al dichter bij de genrebepaling. Ware het niet dat alles problematisch enigmatisch is geschetst. De reden waarom het door Crowe vertolkte hoofdpersonage zijn vroegere vrienden bij elkaar roept wordt nooit aangrijpend tastbaar omdat alles verpakt zit in een vacuüm van oninteressante personages, tierlantijnse plotbochten en scheef gekalibreerde deus ex machina’s.
De cruciale overgang van de openingsscène – waarin het centrale vijftal nog in het tienervel zit – naar het zovele jaren later-segment zit zelfs vervat in een toonloze voice-overscène. Waarin we horen dat Crowe is uitgegroeid tot rijke pief omdat hij destijds bij de opkomst van het piependemodeminternet een pokersite wist op te richten en die kennis later in meer draadloze tijden wist om te vormen tot een platform voor technologisch hoogstaande beveiligingssoftware waar welwillende regeringen en ongetwijfeld ook een schimmige organisatie of twee graag een paar miljarden voor veil hadden. Een ‘we zullen het dan maar geloven zeker’-plotpunt dat monotoon gaapinducerend in een wegwerpgebaar in de narratieve molen wordt gegooid … het is eigenlijk al na een kwartier duidelijk dat Poker Face meer zal horten dan stoten.

En het wordt er niet beter op, ook al niet omdat de karakterinteractie kant noch wal raakt en het potje acteurs dat Crowe samenraapte om hen te vertolken zielloos loopt te slaapwandelen. En dan komt het moment waarin blijkt dat het pokerspel waarvan sprake eigenlijk toch niet zo’n belangrijk onderdeel van het script blijkt te zijn daar Crowe zijn film ergens halverwege in de richting van een home invasion thriller stuurt. Meteen het beste segment uit de film, al is het maar omdat er plots iets substantieels gebeurt. Maar de uit de mouw gekomen aap laat daarna blijken dat die actieopstoot eigenlijk geen enkele invloed heeft op de eigenlijke afhandeling van dit vertelseltje waarin Crowe voor het gemak terug in voice-overmodus schiet.
Mossel noch vis, deze rien ne va plus-prent die voor de inspanning en moeite alsnog een gedenkteken krijgt in het columbarium waarin nogal wat ‘al schielijk overleden nog voor de eindgeneriek begon’-filmpjes staan opgebaard.