Het acteren van Chester Morris zit in het  bloed : zijn ouders, William Morris en Eta Hawkins - waren immers ook acteur/actrice.  Chester had ook nog twee broers en een zus : Gordon, Adrian en Wilhelmina waren ook actief op vlak van acteren maar voornamelijk dan in toneelstukken.

Chester was pas 16 toen hij als acteur aan de slag kon in Mount Vernon bij de 'Westchester Players'.  Eén jaar later stond hij op de (toneel)planken op Broadway voor het stuk 'The Copperhead'.  Hierna ging hij een opleiding volgen aan de 'New York School of Fine Arts' waarna hij af en toe ook al eens een filmrol aannam.  Zijn interesse in film werd enkel maar groter toen stilaan de 'geluidsfilm' het overnam van de 'stille film' dus trok Morris naar Hollywood.  Zijn eerste échte belangrijke rol in een film was meteen schot in de roos.  Voor Alibi werd hij genomineerd voor een Oscar.  Maar dat was meteen het hoogtepunt van zijn carrière en grote producties waren daarna niet echt meer aan hem besteed.  Chester Morris was veelal te zien in films die zich afspeelden in de onderwereld of de gevangenis en waren eerder van een teleurstellend, zeg maar B-niveau.

Hij verkaste in 1948 dan maar naar Londen waar hij aardig wat succes had op vlak van film en werk voor televisie.

Al bij al (en zeker cijfermatig) blijft de filmografie van Morris natuurlijk indrukwekkend.  Zo staan er, afhankelijk van de bron, bijna 100 films vermeld op zijn filmografie.

Chester Morris stief in 1970 aan een overdosis slaappillen.