Sing Sing


verdeler

acteur/actrice (9)

regisseur (1)
producent (3)
uitvoerend producent (9)


director of photography (1)
scenarist (2)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)

Neen, fans van glimmende Nancy Meyers-keukentafelknuffels … deze film is niet voor jullie. Neen, adoreerders van de gulle lach en de kletsende dij … niets te vinden hier, roulez roulez. Neen, genieters van weidse panorama’s en blinkende vergezichten … schuif maar rustig door, circulez circulez.
Edoch, heb je het wel voor pseudodocumentaireachtige arthousecinema waarin zoveel als mogelijk over echte gevoelens en dito mensen wordt gepalaverd, en waarin het narratief uit getormenteerde harten en zielen mag ontspruiten? Bingo, hier brandt de lamp. Meerdere zelfs.

Sing Sing biedt inkijk in het Rehabilition Through the Arts-programma. RTA zag in 1996 in de Sing Sing gevangenis het levenslicht. Deze non-profitwerkgroep werd naderhand ook in andere gevangenissen georganiseerd, en schenkt zwaar gestrafte gedetineerden de kans om te acteren, te dansen, te schrijven, te dichten en andere kunst te bedrijven. Enerzijds om hun leven achter de tralies verteerbaarder te maken en anderzijds om een beter en ruimdenkender mens te worden eens hun straf erop zit. Want ja, cultuur verheldert.
Cineast Greg Kwedar leerde het RTA-programma kennen na het lezen van een in 2005 verschenen Esquireartikel. Geprikkeld door de materie zocht hij Brent Buell op, de RTA-regisseur die in het artikel aan bod kwam. Buell liet Kwedar weten dat hij nog steeds op goede voet stond met heel wat (voormalige) gevangenen en dat hij hem met hen in contact kon brengen. Wat Kwedar de kans gaf om zijn RTA-film zo levensecht mogelijk te maken. Op Colman Domingo en Paul Raci na bestaat de cast bijna volledig uit ex-gedetineerden die ooit deel uitmaakten van het RTA-programma, en eigenlijk gewoon zichzelf of een fictieve versie van zichzelf gestalte geven. Zelfs het secuur nagespeelde toneelstuk dat centraal staat – een geschifte tijdreiskomedie met Egyptische prinsen, Romeinse gladiatoren, Freddy Krueger en Hamlet – werd echt opgevoerd. Ook het decor is echt: Kwedar nam een een paar sfeershots in en van Sing Sing op, en draaide het gros van de film in een leegstaande gevangenis.

De voorgeschiedenis van de gevangenen is niet aan de orde. Enkel van de door Domingo vertolkte John Whitfield en de zichzelf vertolkende Clarence Maclin krijg je gefictionaliseerde achtergrond. Ook het harde gevangenisregime wordt slechts summier aangehaald. Niet van waar de personages komen is belangrijk, enkel waar ze naar toe gaan. Geen plaats voor vooroordelen dus, en ook geen gebrek aan goede bedoelingen in Sing Sing. Het resultaat werd bijna onmiddellijk warm omarmd als een schoolvoorbeeld van inspirationele cinema die een lans breekt voor re-integratie, respect, empathie en het krijgen van nieuwe kansen.
Bravo bravo, maar toch … ergens valt niet aan de indruk te ontsnappen dat Kwedar iets te verliefd is geworden op zijn eigen onderwerp en de personen die hij leerde kennen. Warme cinema of niet: het wordt na verloop van tijd eentonig, en het leven dat in de film wordt geïnjecteerd loopt er tegelijkertijd ook weer uit. De talrijke diep in de ziel kijkende monologen helpen het centrale verhaal niet vooruit en verliezen uiteindelijk zelfs aan relevantie – een heel gepassioneerd acterende Domingo ten spijt.
Wat ook niet helpt is dat het sentiment in het omkaderend (fictie)verhaal steeds op vinkenslag ligt. Wat vloekt met de integere boodschap die Sing Sing uitdraagt. Schoon dat Kwedar een opvallend en warm-menselijk initiatief in de kijker weet te zetten. Maarre … hoe eerlijk en oprecht het ook mag zijn … wat meer scheuten oemfpapa waren zeker welkom geweest om het eindresultaat filmisch spannender en minder repetitief te laten ogen.