The Monkey


verdeler

acteur/actrice (9)



regisseur (1)
producent (4)


uitvoerend producent (25)





director of photography (1)
scenarist (1)
beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
artdirector (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)

De aap komt uit de mouw, maar hij was er beter in blijven zitten. Osgood Perkins’ adaptatie van Stephen Kings voor het eerst in 1980 verschenen en in 1985 gebundelde kortverhaal The Monkey blijkt in de eerste – en laatste – plaats larie en (welja) apekool.
King zelf blijkt het wel te smaken. Goed voor hem. De film heeft weinig gemeen met het kortverhaal. Kings proza was duister en donker, Perkins gaat voluit voor de gein en flauwekul. Het centrale uitgangspunt is gebleven. Telkens wanneer een speelgoedaap op zijn cimbalen slaat, sterft er iemand. In de film zijn de cimbalen weliswaar vervangen door een minitrommel, maar dat is zowat de enige verandering waar mee te leven valt. De personages in Kings proza waren mensen van vlees en bloed, in Perkins’ adaptatie zijn alle personages geschift, zot of irritant. Allemaal, ja. Geen enkel normaal iemand te bespeuren no sirree. Probeer zo maar eens sympathie, liefde, zeven anjers of evenveel rozen te voelen voor eender wie op het scherm verschijnt.

De centrale minkukels zijn te vinden in een broederpaar – op kinderleeftijd in duovorm vertolkt door Christian Convery, op volwassen leeftijd door Theo James. Op jonge leeftijd komen Hal en Bill in contact met de speelgoedaap, die door hun zeevarende vader in de familie kwam. Nadat achtereenvolgens hun babysit en hun moeder sterven, vermoeden de twee broers dat de aap de dader is en ze werpen hem in een diepe put. Niet diep genoeg, want vijfentwintig jaar later is de pluchen trommelaar terug. Met meer dan ettelijke doden als gevolg, zeker als Bill besluit om de aap te gebruiken om zijn broer om het leven te (proberen) brengen.
Verhaalkronkels die niet terug te vinden zijn in Kings verhaal. De rechten daarvan zaten oorspronkelijk bij Frank Darabont. Die was van plan om het verhaal te verfilmen nadat hij al iets magisch-moois had gedaan met Kings The Mist, maar uiteindelijk kwam dat project niet van de grond. Spijtig ende jammer.

Perkins’ keuze om de toon van Kings kortverhaal helemaal om te gooien was bewust. Hij vond humor beter passen bij een verhaal over een demonisch stuk speelgoed, en koos er ook gericht voor om alle sterfscènes in de film over de top en overdreven bloederig te maken. Daar zat zelfs een beetje zelftherapie bij: Osgoods vader Anthony stierf aan AIDS, zijn moeder Berry Berenson zat aan boord van het gekaapte vliegtuig dat zich op 11 september 2001 in de noordelijke toren van het WTC boorde. Om te bewijzen dat doodgaan lang niet altijd vredig is, besloot hij dit hier extra vet articulerend in de verf te zetten.
Fijn, maar die keuze levert helaas een prent af die volledig uit balans is en totaal geen steek houdt. En bovenal onnozel en infantiel is. En die laatste aspecten zijn zelfs voor een komisch bedoelde horrorfilm nefast. Of hoe het contrast met Perkins’ voorgaande culthit Longlegs niet groter kon zijn dan het hier is. Over in de aap gelogeerd zijn gesproken.
21-02-2025 | Plaats 2 | $ 14.014.649 |
28-02-2025 | Plaats 3 | $ 6.416.805 |
07-03-2025 | Plaats 4 | $ 3.915.840 |
14-03-2025 | Plaats 9 | $ 2.488.551 |
21-03-2025 | Plaats 8 | $ 1.508.053 |