MIlano Calibro 9


acteur/actrice (9)
regisseur (1)
Zeg niet zomaar noir of polar tegen Italiaanse politiefilms, maar poliziottesco. Nadat de spaghettiwestern aan populariteit had ingeboet, zetten de Italianen in op kopieën van hoofdzakelijk Amerikaanse politieprenten. Wie er zich gemakkelijk wil vanaf maken door elke poliziottesco te omschrijven als een kruising tussen The French Connection en Dirty Harry zal de waarheid niet al teveel geweld aandoen.
Gaandeweg gleden deze films af naar Z-niveau en werd er enkel nog ingezet op bruut en karikaturaal geweld, zeker toen ze werden geregisseerd door filmmakers als Umberto Lenzi die lopendebandgewijs ook nog andere Italiaanse schlockproducten produceerden. Francesco Di Leo zag de zaken echter grootser: hij draaide zijn politiefilms in eerste instantie als hommage aan zijn grote voorbeelden Jean-Pierre Melville en John Huston. Met als gevolg een beter geconstrueerde plot en personages die iconisch genoeg zijn om je mee te slepen in de misdaadplot.
Di Leo haalde voor Milano Calibro 9 – volgens velen de beste film uit zijn carrière – de mosterd bij de verhalen van de in 1969 overleden veelschrijver Giorgio Scerbanenco, van wie Di Leo grote fan was en in 1969 reeds I Ragazzi Del Massacro verfilmde. Di Leo volgde de verhalen van Scerbanenco niet strikt, maar zorgde er wel voor dat zijn personages veel gemeenschappelijk hadden met die uit het oeuvre van de schrijver. Afgaand op deze film is het alvast een combinatie die werkt. Het helpt dat Di Leo een aardig stukje kon filmen: de woordloze pregenerieksequentie waarin een smokkeloperatie eindigt in een waanzinnige explosie van geweld alleen al is voldoende om tot aan het eind bij de les te blijven.
Centraal in de plot staat Ugo Piazza (een uitstekende Gastone Moschin): die komt na drie jaar vrij uit de gevangenis en wordt direct opnieuw benaderd door de mannen van ‘de Amerikaan’ (Lionel Stander) die hem ervan verdenken driehonderdduizend dollar te hebben gestolen en verborgen. Ugo beweert haas te heten en onschuldig te zijn, maar ontsnappen aan zijn verleden lijkt niet echt een optie te zijn.
Di Leo – die zijn carrière begon binnen de contouren van de spaghettiwestern en onder meer anoniem meeschreef aan Leones A Fistful Of Dollars en For A Few Dollars More – stopt tegelijkertijd wat maatschappijkritiek in de plot door de van dienst zijnde politie-inspecteurs met de regelmaat van de klok een boom te laten opzetten over links vs rechts en andere politieke kritiek. Bomen die de rek wat uit de plot halen – iets wat Di Leo ruiterlijk toegaf – maar tegelijkertijd een interessant tijdsgeestetiket op de prent kleven.
Uitkijken is het ook naar Mario Adorf als de psychopatische Rocco: zijn vertolking was er mee de oorzaak van dat er onder censuurdruk nogal wat werd geknipt in de uitzinnige climax. Di Leo was zo in zijn nopjes met Adorf dat hij hem meteen ook liet opdraven in opvolger La Mala Ordina – samen met Il Boss (1973) de andere delen uit Di Leo’s zich in Milaan situerende misdaadtrilogie. Opvallend is dat er – al dan niet bewust – bijna geen bloed te bespeuren valt in Milano Calibro 9, zelfs niet tijdens de shoot-outs. Scoren doet Milano Calibro 9 ook auditief: de soundtrack van Luis Enriquez Bacalov en de Italiaanse progrockband Osanna is een extra opzwepende reden om deze misdaadklassieker uit de krochten van de vergetelheid op te duikelen.