The Meg
verdeler
acteur/actrice (12)
regisseur (1)
producent (3)
director of photography (1)
uitvoerend producent (6)
scenarist (3)
beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)
Meer dan twintig jaar duurde het om Steve Altens in 1997 gepubliceerde haaienroman “The Meg” te verfilmen. Een roman waarin een prehistorische haai van zo’n 27 meter lang zich van heel diep op de bodem van de Stille Oceaan een weg naar boven weet te wurmen. Een mengeling tussen Peter Benchleys “Jaws” en Michael Crichtons “Jurassic Park” met andere woorden: geen wonder dat Hollywood direct de rechten kocht. Al kwam er niet onmiddellijk een film van: rechtenhouder Disney liet twee scenario’s schrijven, maar geen enkel van de twee kon hen haaien … excuus, paaien. En toen Warner Bros met het in hetzelfde water vissende “Deep Blue Sea” op de proppen kwam, bleef het helemaal stil rond de verfilming van “The Meg”.
Zozeer zelfs dat Disney de rechten liet varen, en Alten met zijn boek naar New Line Cinema trok. In 2005 kwam het bericht dat Guillermo Del Toro als producer en Jan De Bont als regisseur interesse toonden in de megahaaienfilm. Budgettair bleek het een harde noot om te kraken, en opnieuw kwam er geen verfilming. Uiteindelijk hapte Warner toe, en in 2015 kwam er definitief groen licht. Oorspronkelijk met Eli Roth aan boord als regisseur, maar zijn eis om voor een harde ‘KNT’ te gaan en naar het schijnt ook zijn vraag om zelf de hoofdrol te mogen vertolken zorgden er voor dat de eer en het genoegen om “actie” en “cut” te roepen aan Jon Turteltaub (“National Treasure”) toekwam. En Jason Statham werd de uitverkorene om het (onder)waterspektakel van een machoattitude te voorzien.
“The Meg” is een schoolvoorbeeld van te weinig en te laat. Er zijn al gewoon teveel haaienfilms gedraaid - goede zowel als slechte - en prehistorische monsters zijn ook niet echt schaars te noemen op het witte doek. Turteltaub blijkt helaas niet de juiste man op de juiste plaats om van “The Meg” een A-, B- of Z-klassieker te maken: de middenmaat primeert. Tijdens zijn beste momenten ziet het er nochtans valabel potent uit: de eerste scènes waarin een reddingsactie op poten wordt gezet om een gecrashte duikboot op het droge te krikken duwt op alle juiste hardware- en softwareknopjes.
Maar het vet is al snel van de soep, en de narratie verzandt in een poel van onelinerspuiende sidekicks en voorspelbare variaties op hetzelfde thema. Wat een potente climax zou moeten zijn - de haai die zich tegoed doet aan zonnekloppende zwemmers - is daardoor vooral een slag in het water.
Wanneer Turteltaub dan ook nog eens resoluut de Roland Emmerich-toer opgaat en zich met een brede grijns concentreert op het lot van een watertrappelende schoothond, is het zelfs bijna helemaal over en uit voor het ‘ach, twee sterren voor de lol en het vertier moet kunnen toch’-verdict. Maar we zijn lief en gooien en toch twee tegenaan. Ook al liggen er duidelijk teveel gebarsten kruiken op deze rolmopsenkar.
10-08-2018 | Plaats 1 | $ 45.402.195 |
17-08-2018 | Plaats 2 | $ 21.150.000 |
24-08-2018 | Plaats 2 | $ 12.812.615 |
31-08-2018 | Plaats 2 | $ 10.535.459 |
07-09-2018 | Plaats 4 | $ 6.100.000 |
14-09-2018 | Plaats 7 | $ 3.862.851 |
21-09-2018 | Plaats 9 | $ 2.265.438 |