The Lost King





verdeler

acteur/actrice (4)


regisseur (1)

producent (3)

director of photography (1)
uitvoerend producent (6)
scenarist (2)

beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
artdirector (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)

In september 2012 waren de ogen van nagenoeg elk nieuwsanker waar ook ter wereld voor even op Leicester gericht. Daar werden toen onder de asfaltlaag van een openbare parking immers de restanten gevonden van wat koning Richard III bleek te zijn.
Koning van Engeland van juni 1483 tot aan zijn dood tijdens een slag in de Rozenoorlog in 1485. Hij was de laatste koning van de Plantagenets of het huis York, en werd opgevolgd door Henry VII, de eerste koning van het Tudorhuis. Richard III werd ruim honderd jaar na zijn dood de eeuwigheid ingeschreven in een toneelstuk van Shakespeare waarin de auteur voortbouwde op de theorie dat Richard een gebochelde kindermoordenaar was. Volgens onderzoekshistorici en vooral volgens de Richard III Society vals nieuws dat destijds door verraderlijke Tudors werd verspreid. Een straf verhaal, maar de vondst van zijn beenderen is eigenlijk nog straffer.

Die ontdekking werd geïnitieerd door Philippa Langley, een lid van de Richard III Society dat op eigen houtje fondsen wist te werven voor de opgraving op de vermoedelijke begraafplaats waar ooit een klooster en een kerk stonden. Aanvankelijk werd haar plan met de nodige scepsis onthaald, maar toen haar intuïtie bleek te kloppen ging de universiteit van Leicester pluimen strijkend met de eer lopen. Althans, dat is het accent dat regisseur Stephen Frears legt in de dramatisering The Lost King. Waarop de universiteit van Leicester snel liet weten niet opgezet te zijn met de teneur van de film. Dichterlijke vrijheden, halve waarheden en driekwartsleugens … ze durven nogal eens in elkaar klitten. Wat het allemaal dubbel boeiend maakt.
Sally Hawkins portretteert Langley als een schuchtere edoch vastberaden dame die te kampen heeft met een chronisch vermoeidheidssyndroom – en die aandoening is alvast een gedocumenteerd feit. Maar Frears en scenaristen Jeff Pope en Steve Coogan zoeken hun heil niet in zwaarwichtige dramatiek: Brits flegma en goedgevoel overheersen in een heel vlot binnenglijdend kijkstuk waarin ook de relatie tussen Langley en haar ex-man (Coogan) met een deel van de kijkkoek gaat lopen. The Lost King is zo aimabel en risicoloos dat er op afgevaardigden van de universiteit van Leicester na niet echt iemand kan geschoffeerd zijn. Of het zouden liefhebbers van diepgravende cinema te zijn die het wel hebben gehad met al die brave meuk. Maar wie meer wil weten over Richard III en de opmerkelijke opgraving van zijn stoffelijke resten zo’n vijfhonderddertig jaar na zijn dood mag aanschuiven voor een mooi volgeschept bordje filmvoer. Met stipnoteringen voor Hawkins en Coogan als voortreffelijk acterende gidsen van dienst.

Over de keuze van Frears en het scenaristenduo om van Richard III een hersenschim te maken waar Langley af en toe een babbeltje kan mee slaan, lopen de meningen uiteen. Het voegt inderdaad een lading kitsch toe die The Lost King niet per se nodig heeft, langs de andere kant helpt het wel om de obsessie van het hoofdpersonage nog wat meer in te kleuren en een richting te geven. De dolende koning is in elk geval niet van die aard om de prent van de rails te laten donderen: Frears levert een appetijtelijke zij het dus wat brave film af over wat een straf verhaal is en blijft.
Langley schreef naderhand trouwens heel wat boeken over de vondst en werkte ook mee aan een televisiedocumentaire over de geasfalteerde koning: windeieren zullen de opgegraven botten haar geenszins hebben gelegd. Zeker niet nu ze ook filmisch zijn vereeuwigd.