1916 : Caïro.De jonge luitenant van het Engelse leger, Thomas Lawrence, krijgt een verlof van drie maanden om de vorderingen van de Arabische Revolutie te bestuderen. Deze opstand tegen de Turken, in die tijd de bondgenoten van Duitsland, wordt geleid door de prins Faisal. Lawrence, die het Arabisch vloeiend spreekt, trekt naar het kamp van Prins Faisal. Daar zet hij zijn plan uiteen : de rivaliserende stammen verenigen en plaatselijke nachtelijke aanvallen organiseren om dan in de woestijn terug te trekken. Faisal keurt het idee van Lawrence goed, maar is gedwongen om de voorstellen van zijn verbindingsofficier op te volgen. Deze wil namelijk dat de mannen volgens de Engelse methode worden getraind.Lawrence kan sjeik Ali overhalen hem te volgen in de aanval op het fort van Akaba. De Arabische troepen verslaan de Turken en Lawrence zet koers naar Caïro om er verslag uit te brengen. Hij wordt er ontvangen door de Engelse commandant. Maar deze weigert hem de gevraagde artillerie waardoor de Arabieren hun onafhankelijkheid zouden kunnen verwerven. Lawrence gaat terug naar Akaba en zet zijn guerilla voort. Maar de Arabische eenheid is een ijdele hoop, de stamhoofden die nu rijk zijn dankzij de Turkse buit, zijn de oorlog beu. Slechts een handvol volgelingen blijven Lawrence trouw, en als hij opnieuw de Turken aanvalt, wordt zijn klein leger verslagen.Lawrence is erg ontgoocheld door deze eerste nederlaag en voelt zich nutteloos. Hij weet dat zijn aanwezigheid niet gewenst is, noch door de Arabieren, noch door de Engelsen en hij verlaat Arabië. Telkens opnieuw probeert hij de Bedoeïenengezichten vertrouwde trekken te herkennen of een vriendschappelijk teken, maar hij vindt niets, niets dan de eindeloze woestijn.