De prijs voor de minst geïnspireerde filmtitel zou in het gezegende jaar des heren 2011 wel eens naar “Larry Crowne” kunnen gaan. Ergens kunnen we Tom Hanks nog volgen: “Forrest Gump” zou waarschijnlijk geen groot succes geworden zijn onder de titel “A Retard On A Bench Recalls His Past Lives”, maar waar Zemeckis’ blockbuster uit 1994 baat had van de naam in de titel, duidt Hanks’ keuze om deze film gewoon “Larry Crowne” te noemen toch een beetje op bloedarmoede.

Wat achteraf gezien netjes past bij de teneur van de prent die anderhalfuur lang zoekt naar zijn mojo, maar die niet echt vindt. Hanks mikt als regisseur en coscenarist (hij schreef het verhaal samen met Nia Vardalos - van de inmiddels in de vergetelheid geraakte vrouwenblockbuster “My Big Fat Greek Wedding”) op een goed gevoel en zal vooral scoren bij het peloton (schoon)moeders dat altijd al droomde van een immer charmante (schoon)zoon als Tom Hanks.

Larry Crowne is een op Hanks’ maat gesneden personage dat na ettelijke jaren trouwe dienst als manusje van alles bij supermarktketen UMart wordt ontslagen omdat hij geen universiteitsdiploma heeft. Waardoor hij niet kan doorgroeien en er meteen ook geen plaats meer voor hem blijkt te zijn bij het bedrijf waar hij al die jaren het beste van zichzelf gaf na een eerdere carrière als kok/culinair specialist bij de marine. Van dag op dag komt de arme (gescheiden) stumper in moeilijkheden en hij ziet zich zelfs verplicht om zijn in waarde gedaald huis te verkopen. Waarmee we vertrokken lijken voor een drama over de kredietcrisis à la “The Company Men”, maar Hanks en Vardalos zien “Larry Crowne” eerder als een romcom/lichte komedie met een economisch-dramatische achtergrond. Wanneer Larry Crowne op 1-2-3 geen nieuwe job vindt, besluit hij zich (op aanraden van zijn immer garageverkoop houdende buurman) in te schrijven aan de universiteit waar hij een cursus economie en toespraak volgt. De eerste wordt verzorgd door een bulderlachende George 'Sulu' Takei, de tweede door all-American girl Julia Roberts. Die uiteraard met persoonlijke problemen te kampen heeft: haar Mercedes Tainot (een chagrijnige tante van heb ik jou daar) gaat gebukt onder een liefdeloos huwelijk en bloeit uiteraard helemaal open door de onschuldige charme van haar favoriete student. Larry beleeft aan de universiteit trouwens ook letterlijk een tweede jeugd door de aandacht die hij krijgt van scooterfreakje Talia (Gugu Mbatha-Raw), een frisse lentemeid die samen met hem economie volgt en hem introduceert bij haar club scooterminnende amigo’s die voor hun plezier en vermaak van hot naar her snorren.

Hanks en Roberts zetten hun supersterrenstatus even op non-actief om aan te treden in wat een opgewarmd en naïef smakend kliekje blijkt. Elk personage in “Larry Crowne” is door de sitcommolen gehaald en lijkt niet in staat een vlieg kwaad te doen. En dat is na een tijdje nefast voor de geloofwaardigheid van dit filmpje. Neem bijvoorbeeld Talia’s vriend Dell Gordo. Die maakt Larry vrij snel duidelijk dat hij best niet te bevriend raakt met Talia, maar telkens als hij daarna ziet hoe Talia en Larry welhaast letterlijk aan elkaar kleven komt hij niet verder dan zuchten en zijn ogen optrekken. Of hoe Hanks en Vardalos een conflict creëren, maar daar uiteindelijk niets substantieels mee doen. Zelfs Roberts’ boertige vent (vertolkt door Bryan Cranston die met zijn gedachten al duidelijk bij het vierde seizoen van de niet te missen tv-serie 'Breaking Bad' zit) is een wandelend cliché dat voluit de humorkaart moet trekken.

Hanks’ bewijst met “Larry Crowne” dat hij alvast geen carrière als regisseur moet ambiëren. Zijn beeldvoering is op zijn zachtst en vriendelijkst gezegd onevenwichtig: soms werkt de gemoedelijkheid, op andere momenten breekt de kruik nog voor ze te water is, zoals in de ontzettend zwak in beeld gebrachte scènes tussen Roberts en Cranston, die zelfs als niet bij elkaar passend koppel geen greintje geloofwaardigheid uitstralen. Of hoe “Larry Crowne” ofte “Lance Corona” finisht als een vlot bekijkbaar en charmant tussendoortje waar je eigenlijk niet kwaad kan op zijn, maar eigenlijk vooral nood heeft aan een serieuze vuur en pit verspreidende schop onder de kont. En het bij gebrek daaraan met twee onopvallende Filmfreaksterren moet stellen.