J. Edgar

Middelmatig
J. Edgar
2011
11/01/2012
langspeelfilm
137 minuten
drama

verdeler

Warner Bros Warner Bros

acteur/actrice (15)

Leonardo DiCaprio Leonardo DiCaprio →  J. Edgar Hoover
Josh Hamilton Josh Hamilton →  Robert Irwin
Naomi Watts Naomi Watts →  Helen Gandy
Judi Dench Judi Dench →  Annie Hoover
Geoff Pierson →  Mitchell Palmer
Jack Donner →  Edgar's Vader
Ken Howard →  Harlan Fiske Stone
Katilyn Dever →  Palmer's Dochter
Brady Matthews →  Inspecteur
Gunner Wright →  Dwight Eisenhower
David A. Cooper
E Westwick
Dylan Burns
Jordan Bridges
Jack Axelrod

regisseur (1)

producent (2)

Brian Grazer Brian Grazer
Robert Lorenz Robert Lorenz
J. Edgar

Clint Eastwood is duidelijk nog niet van plan om zijn camera aan de wilgen te hangen. Tot spijt van wie het benijdt: steeds meer kwatongen beweren dat de man zijn beste jaren heeft gehad, en maar beter met pensioen zou gaan. Ongelijk hebben ze, ook al is deze “J. Edgar” niet meteen een prent die de zaal in vuur en vlam zet. Respect is echter wel het minste dat je als rechtgeaarde cinefiel mag hebben voor een icoon als Eastwood die een paar jaar terug nog kleppers als “Mystic River”, “Million Dollar Baby”, “Letters From Iwo Jima” en het onderschatte “Changeling” regisseerde. Wie Eastwood trouwens liever ziet acteren dan regisseren hoeft niet te wanhopen: Eastwood beweerde een paar jaar terug dat “Gran Torino” zijn laatste acteerklus zou worden, maar hij hield (gelukkig) geen woord. Als alles volgens planning verloopt is hij volgend jaar te zien aan de zijde van Amy Adams in de roadmovie “Trouble With The Curve”, het regiedebuut van ene Robert Lorenz, die als assistent-regisseur al meermaals met Eastwood samenwerkte.

Maar dat is toekomstmuziek. Deun van de dag is deze biografie van J. Edgar Hoover, de spraakmakende directeur van het FBI. Hoover had er de touwtjes in handen vanaf de oprichting in 1935 tot aan zijn dood in 1972, en het gerucht doet de ronde dat hij geheime dossiers had over zowat iedereen, van de Kennedy’s over Charlie Chaplin en Martin Luther King tot John Lennon. Sappige materie dus, maar Eastwood concentreert zich niet zozeer op de vuile was van de man. Het scenario van Dustin Lance Black (“Milk”) focust zich vooral op de gedrevenheid waarmee hij het FBI uit de grond stapte. En die was zeker niet zonder verdienste: zo lag Hoover mee aan de basis van forensisch misdaadonderzoek en stampte hij een nationale vingerafdrukkendatabase uit de grond.

J. Edgar

The Federal Bureau Of Investigation kwam er als opvolger van The Bureau Of Investigation, dat deel uitmaakte van het Amerikaanse ministerie van justitie. Toen Hoover er de leiding kreeg, telde het bureau 650 werknemers, waaronder zo’n 440 speciale agenten. Hoover was van meet af aan niet met iedereen goede maatjes: agenten die er volgens hem niet deftig genoeg uitzagen vlogen eruit, en iedereen die tegen zijn kar reed werd opgezadeld met minder boeiende opdrachten of zelfs resoluut aan de deur gezet. Zo plaatste Hoover zelfs Melvin Purvis buitenspel, ook al was die man in de jaren dertig verantwoordelijk voor het opsporen van gangsters als Baby Face Nelson, Pretty Boy Floyd en John Dillinger. Dit aspect van de Hooversaga komt hier niet echt aan bod, maar maakt wel deel uit van Michael Manns “Public Enemies” waarin Purvis wordt vertolkt door Christian Bale. In diezelfde film zette Billy Crudup Hoover neer. Andere bekende acteurs die ooit Hoover vertolkten zijn onder meer Broderick Crawford (in “The Private Files of J. Edgar Hoover”), Ernest Borgnine, Jack Warden, Treat Williams (in de biografische tv-film “J. Edgar Hoover” uit 1987), Kevin Dunn (in “Chaplin”) en Bob Hoskins (in “Nixon”).

Komt ook aan bod in “J. Edgar”: zijn privéleven, hapklaar opgediend in drie brokken. De relatie met zijn moeder (Judi Dench), met zijn privésecretaresse Helen Gandy (Naomi Watts) en met zijn homoseksuele minnaar Clyde Tolson (Armie “The Social Network” Hammer). Meteen de minst boeiende aspecten van de prent. De verstandhouding met zijn moeder is schetsmatig, Watts is prominent aanwezig als zijn secretaresse maar heeft weinig te doen en de relatie tussen Hoover en Tolson mist panache omdat Eastwood ook hier vrij veilig speelt en niemand voor de borst wil stoten.

J. Edgar

Dat een biografie niet alles kan omvatten, staat buiten kijf. Oliver Stone trok destijds meer dan drie uur oud voor het levensverhaal van Richard Nixon, en zelfs hij kwam van een vrij kale reis terug. Eastwood en Black hebben nog steeds teveel info om op amper twee uur en een kwartier te filteren, en kiezen dan maar voor een klassieke aanpak. Die begint met een Hoover op leeftijd die terugkijkt op zijn leven door zijn memoires te dicteren. Waarop het scenario vervolgens niet-lineair schippert tussen de exploten van de oude en jonge Hoover. Dit alles zorgt er voor dat “J. Edgar” intrigeert, maar nooit echt explodeert. Een beetje een gemiste kans om de definitieve J. Edgar Hoover-film neer te poten. Al heeft Eastwood wel nog een serieuze troef in de mouw zitten met Leonardo Di Caprio die een 'master acting class' neerzet als de titelfiguur. Dat hij daarbij grotendeels schuilgaat achter een dikke lading oudemannenmake-up moet zijn fanschare er maar bij nemen.

Alex De Rouck
Weekend Box Office VS
11-11-2011 Plaats 5 $ 11.217.324
18-11-2011 Plaats 7 $ 5.928.120