It comes at night
acteur/actrice (10)
regisseur (1)
producent (1)
director of photography (1)
productieontwerper (1)
artdirector (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)
Je zou kunnen denken ‘ha fijn, een horrorfilm’ en vervolgens een auditief overlevingspakket samenstellen dat teert op popcorngeknabbel en suikerdrankgeslurp. Niets van dit alles heb je nodig bij “It Comes At Night”. Regisseur-scenarist Trey Edward Shults levert immers een onder een horrorlaag schuilgaand apocalyptisch en minimalistisch moraaldrama af. Meer dan het geluid van je stokkende adamsappel of losgetongde tandplak heb je eigenlijk niet nodig om goed gewapend aan de aftrap te verschijnen.
Startblokken waarin Shults niet echt duidelijk duidt waar alles om draait. Hiaten die je gaandeweg naar eigen goeddunken kan en mag invullen. Vast staat dat er een dodelijk virus in de lucht hangt dat veel weg heeft van de builenpest. En dat de kans op een gedecimeerde wereldbevolking daardoor nogal aan de hoge kant is. Een gezin probeert het virus af te weren door zich te verschansen in een dichtgetimmerd huis in het woud. Strakke overlevingsregels zoals het dragen van gasmaskers en ontsmettende kleren zouden onnodige risico’s buitenspel moeten zetten. Maar die regels blijken niet afdoende: de opa des huizes raakt geïnfecteerd, en om de rest van het huishouden niet in gevaar te brengen ziet zijn zoon Paul (Joel Edgerton) zich genoodzaakt om hem te doden en instant te cremeren. Een daad die ei zo na een trauma veroorzaakt bij Pauls zeventienjarige zoon Travis.
Travis heeft trouwens nogal wat last van nachtmerries. Kwade dromen die zich narratief in de plot wikkelen, en waarvan niet altijd duidelijk is in welke mate wat Travis droomt echt is. Plotscharnier twee: de komst van een jong gezin (vader, moeder, peuter) die onderdak krijgen in het huis van Paul en de zijnen. De interactie tussen de twee groepen lijkt stabiel, maar paranoia en een verregaande strijd voor zelfbehoud zetten vooral de krijtlijnen uit van een broze verstandhouding.
Shults excelleert in het etaleren van onderhuidse spanning. Hier en daar springt er weliswaar een boe-effect van het scherm, eigenlijk zijn het de onzichtbare gevaren en suggestieve onheilstijdingen die voor het strak georkestreerde nagelbijten zorgen. Hopelijk manna voor wie vindt dat er eigenlijk toch niet zoveel gebeurt in “It Comes At Night” en voor wie traag toekijken hoe de personages stapvoets krankzinnig worden misschien toch niet je dat is. De grens tussen fascinerend en nietszeggend lijkt soms flinterdun is een conclusie die je bloednuchter kan trekken, maar dan ga je voorbij aan de hypnotische vertolking van Edgerton en de secure regie van de beloftevolle Shults.
Misschien is het geen slecht idee om beschouwingen genre ‘hoe ver kan je gaan in je zelfbehoud’, ‘houdt de beschaving samen met mededogen op’ en ‘is dit een verhaal voor het kille nu of is het er een van alle tijden’ te houden voor de rookvrije mocktailanalyse achteraf. Zo kan je je hier negentig minuten lang laven aan de filmische finesse van deze smeulende brok spanning. Als je de builenpest vervangt door wandelende doden, zou “It Comes At Night” trouwens net zo goed een dubbele aflevering van “The Walking Dead” kunnen zijn. Zij het met minder bloedvergieten, want Shults houdt alles wel degelijk in ‘the eye of the beholder’. In ’t koppeke dus.
09-06-2017 | Plaats 6 | $ 5.988.370 |
16-06-2017 | Plaats 10 | $ 2.601.467 |