Inherent Vice

Middelmatig
Inherent Vice
2015
04/03/2015
langspeelfilm
148 minuten
drama

verdeler

Warner Bros Warner Bros

acteur/actrice (15)

Joaquin Phoenix Joaquin Phoenix →  Larry 'Doc' Sportello
Owen Wilson Owen Wilson →  Coy Harlingen
Reese Witherspoon Reese Witherspoon →  Penny Kimball
Josh Brolin Josh Brolin →  Lt.Det. Christian F. 'Bigfoot' Biornsen
Katherine Waterston Katherine Waterston →  Shasta Fay Hepworth
Benicio Del Toro Benicio Del Toro →  Sauncho Smilax Esq.
Jena Malone Jena Malone →  Hope Harlingen
Maya Rudolph Maya Rudolph →  Petuna Leeway
Martin Short Martin Short →  Dr. Rudy Blatnoyd D.D.S.
Eric Roberts Eric Roberts
Joanna Newsome →  Sortilege
Jordan Christian Hearn
Taylor Bonin
Jeannie Berlin
Serena Scott Thomas

regisseur (1)

Paul Thomas Anderson Paul Thomas Anderson

producent (3)

Paul Thomas Anderson Paul Thomas Anderson
Joanne Sellar
Daniel Lupi
Inherent Vice

Paul Thomas Anderson (P.T. voor de vrienden) is voor veel al dan niet zelfverklaarde intellectuele filmliefhebbers God. Of Jezus. Of een combinatie daarvan. Een goeroe, als het ware, en in diverse clubhuizen zelfs geboekstaafd als de reïncarnatie van Robert Altman zaliger. Waarom ?  Waarschijnlijk omdat de brave man steevast ondoorgrondelijke films maakt (zie “Magnolia”, “There Must Be Blood”, “The Master”), en dat hebben die cinefiele slimmerds graag. Zijn oog voor gestileerde filmtaal en keuze om uit te pakken met hippe casts vormen een extra reden om in de adoratiepap te roeren. Tegengas komt er van kritische ongelovigen. Sommige daarvan beschouwen de vastgekoekte slaapkorrels die ze in hun wimpers terugvonden na een visie van het volgens hen over het paard getilde “The Master” als het echte relikwie. Om een lang verhaal kort te maken: Paul Thomas Anderson, je bent er voor of tegen. En dat is na “Inherent Vice” niet anders.

“Inherent Vice” is van meet af aan een Anderson pur sang: lange speelduur, trage plotexpositie en kronkelende verhaalnaden waarin een kat na verloop van tijd haar jongen niet meer terugvindt. Alweer geen cinema voor de poes, dus. Tenzij het er een is met een voorliefde voor noir uit de jaren vijftig en zeventig, of een boon voor het oeuvre van cultauteur Thomas Pynchon. Anderson beweert dat hij “Inherent Vice” vooral heeft verfilmd om het grote publiek te laten kennismaken met deze in cultmarges opererende auteur. Vandaar dat hij koos voor een voice over die grote stukken van Pynchons paginaproza bijna letterlijk overneemt. Pynchon is trouwens een kluizenaar buiten categorie: de man geeft nooit interviews, blijft zo ver mogelijk weg van de media en heeft de inmiddels gezegende leeftijd van 77 jaar bereikt. Zo groot is de mythe, dat ooit het gerucht de ronde deed dat hij zelfs niet eens echt bestond, en gewoon een pseudoniem was van die andere notoire zonlichtschuwende schrijver J.D. Salinger (“The Catcher In The Rye”). Feit is dat Pynchons oeuvre bestaat uit gelaagd en vaak nauwelijks te volgen proza: zijn uit 2009 stammende “Inherent Vice” zou zelfs zijn meest toegankelijke roman zijn. Of hoe je een beetje kort door de bocht heen kan besluiten dat Anderson en Pynchon qua vertelinsteek heel nauw bij elkaar aansluiten.

Inherent Vice

Anderson en Pynchon nemen je in “Inherent Vice” mee naar de hete zomer van 1970. In het (fictieve) kuststadje Gordita Beach in Los Angeles wordt de op zijn zachtst gezegd atypische privédetective Doc Sportello – zonder woestijnratkapsel en sandalen zal je hem niet betrappen – benaderd door Shasta Fay Hepworth, een vroegere vriendin die vreest dat haar huidige beau – de steenrijke vastgoedmagnaat Mickey Wolfmann – naar het leven wordt gestaan door diens eveneens overspelige echtgenote. Shasta Fay vraagt aan Doc om Wolfmann te beschermen, en opent daarbij een heus wespennest. Wolfmans laat zich immers graag omringen met een nazistische motorbende, en die zijn niet gesteld op pottenkijkers. Bovendien zijn Wolfmanns zaken op zijn zachtst gezegd alles behalve koosjer. Toch waagt Doc zich in het hol van de leeuw (of liever: dat van de wolf) door een bezoek te brengen aan Wolfmanns Channel View Estates-project. Een bezoek aan het plaatselijk bordeel zorgt ervoor dat hij een klap op het hoofd krijgt en uren later ontwaakt met het lijk van één van Wolfmanns lijfwachten naast hem. Meteen ook het punt waarop de flamboyante – en eveneens lichtelijk geschifte – LAPD-inspecteur Bigfoot Bjornsen zich met de zaak komt moeien. Het startschot van een plot die overal en nergens heen gaat, en zich voortbeweegt op de walmen van heel, heel, heel om niet te zeggen heel veel drugs. En dat op de scheidslijn tussen het hippietijdperk dat stilaan op zijn einde loopt en de paranoia die de kop opsteekt na de Charles Manson-moorden die in 1969 de power uit de flower haalden.

Inherent Vice

Dat “Inherent Vice” voor het grootste deel wegkomt met het in elkaar geklit scenariokluwen, komt in de eerste plaats omdat het detectivegenre goed gedijt met ingewikkelde plots. Denk maar aan “The Big Sleep” en “Chinatown”. Al lijkt “Inherent Vice” nog moeilijker te doorgronden met zijn vijf dozijn wacko personages die dit universum bevolken. Het eerste uur of zo is alles nog min of meer te volgen, uiteindelijk is opgeven om de plot te snappen het beste dat je kan doen. Alles gewoon ondergaan als trip zonder roes als het ware. Wars van alle “ja, Paul Thomas, ja”-momenten (en dat zijn er dus nogal wat) heeft “Inherent Vice” gelukkig genoeg cinefiel lekkers te bieden, vooral omdat de prent vaak sardonisch grappig is. Met dank aan de cast – aangevoerd door een wonderbaarlijke Joaquin Phoenix – waarin plaats is voor zowel bekende (Josh Brolin, Benicio Del Toro, Reese Witherspoon, Owen Wilson), onbekende (Katherine Waterston, Joanna Newsom) als verrassende gezichten (Martin Short, Eric Roberts).

Ook met dank aan Anderson zelf die de tijdsgeest voortreffelijk weet te treffen en alles laat steunen op een fraaie soundtrack met deunen van Radioheader Jonny Greenwood, afgewisseld met verrassend gekozen liedekijns van weleer van onder meer Neil Young en Minnie Ripperton en de Krautrockgroep Can. Alles samen zorgt dat voor een boeiende brok cinema, zij het er een die naar typische Andersongewoonte opnieuw te tegendraads is voor zijn eigen goed. Of net niet, natuurlijk. Die dekselse Paul Thomas toch.

Alex De Rouck