Roy Eberhardt is de eeuwige nieuwkomer. Op veertienjarige
leeftijd is hij de tel kwijtgeraakt van het aantal scholen dat hij
bezocht of het aantal steden waar hij woonde omdat ze voor
zijn vaders job met de regelmaat van de klok verhuizen.
Wanneer het gezin vanuit Montana naar het ingeslapen
gehucht Coconut Cove in Florida verhuist, is het eerste wat
Roy doet zijn kledingstijl aanpassen aan de lokale trends,
maar dat blijkt niet voldoende om uit het vizier van de
lokale pestkop te blijven. Alleen blijkt dat ditmaal een geluk
bij een ongeluk, want onrechtstreeks brengt de aanvaring
met dit lastpak hem in contact met Mullet Fingers en, nóg
belangrijker, diens stiefzusje Beatrice Leep, het stoerste
meisje van de school. Zò stoer, dat geen enkele jongen het
tegen haar durft opnemen.
Via haar ontdekt Roy dat er plannen zijn om in Coconut
Cove een filiaal van één van de populairste ketens van
Amerika te bouwen: Moeder Paula’s All-American Pancake
House. Goed nieuws... ware het niet dat de werf pàl op de
plek gepland is waar de lokale populatie van de bedreigde
konijnuilen zich genesteld heeft, een schattige kleinere
uilensoort die haar nest bouwt in verlaten holen in de
grond.
Chuck Muckle, de overambitieuze PR topman van de keten, en
zijn niet bijster snuggere aannemer Curly Branitt kunnen niet
wachten om het nieuwe filiaal uit de grond te zien rijzen, maar dat
is buiten Roy gerekend! Samen met zijn gloednieuwe vrienden
neemt hij het op tegen de inhalige projectontwikkelaars,
corrupte politici en onwetende politieagenten. Vastbesloten
om de natuur in zijn nieuwe woonplaats te beschermen, zet
Roy alles op alles om te voorkomen dat de volwassenen een
afschuwelijke fout maken.