Hong Kong 1966. Het Amerikaanse echtpaar Wagner verblijft met hun zes maand oude, identieke tweeling Alex en Chad, de opening van een tunnel bij. Tijdens de ceremonie worden ze brutaal vermoord door de Chinese maffia. Frank Avery, een zakenrelatie, redt Chad van de dood en een vroedvrouw verbergt Alex in een weeshuis.
Vijfentwintig jaar later woont Chad (Jean-Claude Van Damme) met Frank in Beverly Hills en geeft hij karateles. Alle pogingen om Alex op te sporen zijn tot dusver mislukt en Frank zet Chad ertoe aan een zakenreis naar Hong Kong te ondernemen.
Bij zijn aankomst ontmoet Chad toevallig Danielle Wilde (Alonna Shaw), een warmbloedige blondine die hem vrijpostig avances maakt. Chad gaat gretig op de flirt in maar wordt brutaal onderbroken en tegen de vlakte geslagen door Danielles vriend, Alex (Jean-Claude Van Damme), een identieke maar veel ruwere versie van Chad.
Frank legt de twee broers uit dat hun ouders zijn vermoord door Griffith en Zhang, de leiders van de Chinese maffia. De drie mannen besluiten zich te verschuilen in een verlaten hotel op een klein eiland dichtbij Hong Kong.