Dagen zonder lief
verdeler
acteur/actrice (12)
regisseur (1)
producent (1)
Je kent ze wel: die scharniermomenten in het leven. Schipperen tussen verloren dromen en niet waargemaakte ambities, proberen er het beste te maken op het ingeslagen levenspad, het heden (en de toekomst) stiekem aftoetsen aan de aspiraties die er waren toen de hele wereld schijnbaar nog lonkte... Het is in dat kluwen dat Dagen Zonder Lief, de mooie nieuwe film van Felix van Groeningen, elegant balanceert.
Vijf twintigers/dertigers vormen al sinds hun studiejaren een semi-vaste kliek. De terugkeer van Zwarte Kelly (weliswaar met geblondeerde haren) (Wine Dierickx) uit New York naar haar thuisstad Sint-Niklaas (ze komt even naar huis omdat ze iets aan haar moeder moet vragen) dient als katapult voor het opentrekken van een blik boordevol melancholie, geheimen en verborgen frustraties. Zwarte Kelly loopt aan het station Frederic (Jeroen Perceval) tegen het lijf. Vroeger was hij stiekem verliefd op het nogal vrijgevochten meisje, nu staat hij op het punt naar Brussel te verhuizen met de rijke en nogal bezitterige Ingrid.
Via Frederic maken we kennis met de rest van het (vroegere) vriendengroepje: Kurt (Pieter Genard), de ex van Zwarte Kelly, en nu getrouwd met Blonde Kelly (An Miller) met wie hij samen een baby heeft (en een golden retriever met kanker). De terugkeer van Zwarte Kelly opent oude wonden bij Kurt, en die zetten meteen ook zijn huidige geluk op het spel. Er is ook nog losbol Nick (Koen De Graeve), een cafébaas die het leven nogal van de makkelijke kant opneemt en eigenlijk niet wil opgroeien. En er was ook Patrick, maar die heeft een paar jaar terug zelfmoord gepleegd door van een flatgebouw te springen. Ook dit is een gesel die als een donker lappendeken over de vriendschapsbanden van het vijftal hangt.
Nieuw is de insteek van Dagen Zonder Lief niet, verfrissend wel. Het geeft niet dat de karakters niet voor de volle 100 % zijn uitgetekend, integendeel. Het is net leuk en boeiend dat we pas gaandeweg tips van de verschillende sluiers opgelicht zien, en dat de personages niet altijd rechtlijnig handelen en denken. Vooral het karakter Frederic houdt zich af en toe schijnbaar op in de 'twilight zone' en ook de hypochonderbuien van Kurt zorgen voor een sterk onderhuidse spanningslijn. De film heeft een mooi open einde, ambigu en spits, net zoals het hoort. Bij deze film kiezen voor een rechtlijnige en afgeronde eind goed, al goed-aanpak zou zeker nefast geweest zijn voor de feestvreugde. Ook het camerawerk en de muziek zijn integraal afgestemd op de melancholische sfeer.
Het scenario is mooi uitgetekend (van Groeningen werkte samen met de Gentse theatermaker Arne Sierens), en biedt een mooie springplank voor een fris acterende cast, die hiervoor vooral in het theater te zien was. Enkel An Miller zal voor de fans van het betere Vlaamse tv-werk ('In De Gloria' en 'Het Eiland' dus) geen onbekende zijn. De confronterende scène tussen Zwarte Kelly en Kurt behoort zelfs tot het beste wat we ooit zagen in de vaderlandse cinema, zowel op het gebied van dialoog, regie als acteerprestaties. Een echte aangrijpende parel, ingebed in een warme, lieve, afwisselend speelse en serieuze film. Een meeslepend stukje cinema uit de Vlaamse klei getrokken, een mooi bewijs dat het niet altijd faits divers moeten zijn die het nationale filmlandschap kleuren. Zo, en nu gaan we liften naar Kenia.