The Bank Job


verdeler

acteur/actrice (9)

regisseur (1)

producent (2)


In de negende maand van het vanuit babystandpunt bekeken grand cru-jaar 1971, slaagde een viertal ondernemende inbrekers erin om in Londen, en meer bepaald in Baker Street (onder de neus van de vioolspelende geest van Sherlock Holmes als het ware) binnen te dringen in de kluizen van de Lloyd’s Bank. Daar vonden ze veel meer geld en juwelen dan hun hartje begeerde en hun grijpgrage handen konden dragen. Wanneer de Britse inlichtingendienst weet kreeg van de overval, schreven ze direct een zogenaamde D-notice uit. De zaak werd geklassificeerd als een gevaar voor de staatsveiligheid en de pers kreeg een verbod om nog aandacht te besteden aan de zaak. Zo groeide de inbraak uit tot een mysterieuze voetnoot in de Britse misdaadgeschiedenis, waarbij zelfs de identiteit of strafmaat van de overvallers niet werd vrijgegeven. Op z’n zachtst gezegd bizar allemaal.
“The Bank Job” reconstrueert de zaak en licht een serieuze tip van de sluier op. De makers haalden naar eigen zeggen hun mosterd bij een anoniem blijvende informant die destijds dicht bij de zaak betrokken was. Hij beweert dat één van de bankkluizen compromitterende foto’s bevatte van een rollebollende prinses Margaret op het Caribische eiland Mustique, waar ze heel wat buitenverblijven bezat. Een publiek geheim was dit niet echt (verschillende bronnen hebben het inmiddels over drugsfeestjes en biseksueel tijdverdrijf), maar de vondst van de foto’s in een bankkluis in de Lloyd’s Bank werd dusver nooit officieel bevestigd. Het staatsdossier van drugsdealer en Zwarte Panter-boegbeeld Michael X (hij zou degene zijn die de foto’s van prinses Margaret nam) blijft alvast verzegeld tot 2054. Intrigerend zowaar.

Scenaristen Ian La Frenais en Dick Clement (die in de jaren zeventig aan de wieg stonden van de komische BBC-klassieker “Porridge” en onder meer ook de scenario’s schreven voor uitstekende films als “The Commitments” en “Across The Universe”) brouwden uit het materiaal en uit de getuigenissen van hun 'deep throat' een deels waarheidsgetrouwe, deels fictieve reconstructie. De inbrekers worden voorgesteld als een kliekje kruimeldieven die hun kans schoon zagen om zonder geweld een fikse lading geld buiten te maken. In de film gebeurt dit onder impuls van ene Martine Love (Saffron Burrows) die de kraak in gang zet om zo te ontsnappen aan vervolging na drugbezit. Ze doet dit op vraag van haar kennis binnen MI5, die weet heeft van de verboden fotso’s in bankkluis 118. De scenaristen gaven inmiddels toe dat haar personage volledig fictief is. Hetzelfde geldt voor de karakterisatie van de inbrekers, aangevoerd door autohandelaar Terry Leather (Jason Statham).
Wel waarheidsgetrouw is de manier waarop de bankoverval wordt uitgevoerd. De overvallers huurden een leegstaande winkel die van de bank op de hoek van Baker Street en Marylebone Road gescheiden was door een snackbar. ’s Nachts boorden en graafden ze een tunnel vanuit hun pand en raakten zo binnen in de bankkluis. Het scheelde trouwens maar een haartje of de ganse onderneming viel in duigen: hun walkietalkiecommunicatie met de medewerker op de uitkijk werd immers onderschept door een zendamateur. Die kon alles horen wat de bende communiceerde, en verwittigde de politie. Die luisterde mee naar wat er werd gezegd, maar omdat nooit de naam van de bank werd venoemd, kon ‘de bende van Leather’ niet worden gelokaliseerd. De conversaties tussen de overvallers werd in het beginstadium van het onderzoek (voordat de inlichtingendienst de zaak naar zich toetrok) zelfs vrijgegeven op de radio in de hoop dat iemand de stemmen herkende. Een groot deel van die gesprekken zit letterlijk in de film verwerkt.

Regisseur Roger Donaldson (wiens portfolio zowel goede als slechte filmpjes telt) zorgt na een sputterende start voor een intrigerende kraakfilm die balanceert tussen vlotte komedie en duistere onderwereldfilm. De bankkluizen herbergden immers niet alleen compromitterende foto’s van een rollebollende prinses, maar eveneens heel wat louche figuren hielden daglicht schuwende geheimen in de bankkluizen verborgen. Ook dit aspect van de zaak werd met de nodige dichterlijke vrijheid omgesmeed tot lekkerzittend en vlot vooruitgaand kijkvoer. “The Bank Job” scoort vooral door het boeiende bronmateriaal en niet zozeer door opvallende filmische hoogstandjes, waardoor dit in de eerste plaats een Filmfreakaanrader is voor pelliculeliefhebbers met heimwee naar de dagen zonder flitsende of digitale overkill. Wat meteen mooi in de tijdsgeest van de film past. Zo, en dan gaan we nu ons pikhouweel van zolder halen.
07-03-2008 | Plaats 4 | $ 5.935.256 |
14-03-2008 | Plaats 6 | $ 5.054.961 |
21-03-2008 | Plaats 8 | $ 4.191.773 |
28-03-2008 | Plaats 10 | $ 2.780.168 |