The Apprentice


verdeler

acteur/actrice (5)


regisseur (1)

producent (6)


uitvoerend producent (19)




director of photography (1)
scenarist (1)
beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)
componist (3)

Cliff Richard wist het in de jaren zestig al: dat lucky lips gemaakt zijn om te kissen. En Donald J. Trump weet dat getuite lippen gemaakt zijn om te hissen. Sebastian Stan weet dat ook, daar de acteur er in The Apprentice moeiteloos in slaagt om die en andere manierismen van Trump feilloos te imiteren. Acteermissie geslaagd. En dat in een film die de kans om een echte vuist te maken niet altijd benut, en soms wat lijkt op een sketch uit Saturday Night Live.
The Apprentice focust op ‘de jonge jaren van Trump’ in de jaren zeventig en tachtig. Meer bepaald op de groei van fils à papa tot een van de meest invloedrijke (corrupte) immobonzen uit Amerika, in de film culminerend in de bouw van de Trump Tower in New York en het op poten zetten van casino’s in Atlantic City. De papa waarvan hij fils was, was ook niet van de poes: Fred Trump was een rabiate tiran en racist die zelfs de hoofdrol mocht opeisen in Woody Guthries in 1954 geschreven protestlied Old Man Trump. Dit om te duiden dat de appel niet ver van de boom is gevallen in casa Trump.

De belangrijkste verhaalscharnier in The Apprentice is Trumps ontmoeting met advocaat/openbaar aanklager/politiek fixer Roy Cohn, nog zo’n lieverdje. In de jaren vijftig was hij McCarthy’s rechterhand tijdens diens jacht op vermeende communisten, hij was dikke maatjes met Nixon en midden jaren zeventig hielp hij Trump uitgroeien tot gewiekst en over lijken gaand zakenman. De eerste deals tussen beide heren vormen het meest interessante aspect van de film: nieuws is de vroege vasthechting aan het grote geld en maffiapraktijken niet, maar het toont wel aan hoe Trump van meet af aan op een narcistische rechte lijn zat. Met warrig haar.
Het is een gegeven waar pakweg Oliver Stone tijdens zijn hoogdagen een fascinerende film zou kunnen mee hebben brouwen, Ali Abbasi doet dat minder. De klem ligt vaak nogal op roddelbladaccenten, zoals de nadruk op Cohns homoseksuele geaardheid of op Trumps naar een pijnlijk gênante G-spotscène leidende relatie met Ivana. Ook gênant voor de film zelf die tijdens dat moment – en ook tijdens andere – nogal wat vreemde keuzes maakt. Al hoeven die misschien niet te verwonderen in het licht van Gräns en Holy Spider, Abbasi’s vorige ook al niet zo conventionele films.

The Apprentice trapt ook in de val van veel biografische films door nogal wat feiten gewoon in de zijlijn op te sommen. Cohns betrokkenheid bij de executie van het voor de Russen spionerende koppel Julius en Ethel Rosenberg roept vooral wie-wat-hoe-vragen op voor wie niet bekend is met de zaak. Ook Trumps hobbelige relatie met zijn oudere broer lijkt maar wat op de feitenhoop gegooid.
Aan het eind maken Abbasi en scenarist Gabriel Sherman de Cohn-cirkel weliswaar netjes rond wanneer ze laten zien dat de leerling de meester heeft overtroffen en die duidelijk maakt dat hij hem niet meer nodig heeft. Wat het dubbel jammer maakt dat The Apprentice de kans laat liggen om echt relevant te zijn en een momentum te vinden. Al dan niet omdat de film bewust geen standpunt inneemt. Je ziet weliswaar bevestigd dat het meer dan zot is dat een man met een dergelijke achtergrond president van de Verenigde Staten is kunnen worden, maar dat is waarschijnlijk eerder omdat je dat al wist – en niet omdat er hier een sterk cinematografische statement wordt gemaakt.
Of hoe The Apprentice door te schipperen tussen komedie die eigenlijk niet grappig wil zijn en politieke aanklacht die minder diep snijdt dan het zou willen ergens in de dichtbevolkte middenmoot eindigt. Waardoor aan het eind van de rit de dubbelgangersvertolkingen van Stan als Trump en Jeremy Strong als Cohn meer fascineren dan het geëtaleerde verderf. Gezien op Film Fest Gent.
11-10-2024 | Plaats 10 | $ 1.613.233 |
Genomineerd voor een Academy Award/Oscar in de volgende categorieën:
- Beste acteur in een hoofdrol (Actor) (Sebastian Stan).
- Beste acteur in een bijrol (Jeremy Strong).