Lalo Schifrin

Lalo Schifrin
° 21-06-1932
Buenos Aires
Argentinië
Leeftijd: 92


genomineerd Oscars ® 1968
1 keer genomineerd voor een Oscar

Vrij snel bleek dat de Argentijn Lalo Schifrin als kind op vlak van muziek al bijzonder getalenteerd was. Hij werd aanvankelijk door zijn vader Luis Schifrin, concertmeester van het Philharmonic Orchestra of Buenos Aires aan het Teatro Colon, ingewijd in de wondere wereld van de muziek. Hij werd later niet alleen arrangeur en pianist maar bovenal componist.

In 1950 trok hij naar Parijs waar hij klassieke muziek en jazz studeerde aan het Parijse conservatorium, hij heeft ook een tijd rechten gestudeerd. Op muzikaal vlak vertegenwoordigde hij Argentinië op het internationaal jazz festival in 1955. Nadat hij was teruggekeerd naar zijn geboorteland richtte hij zijn eigen band op en trok in 1958 naar New York waar hij aan de slag ging als arrangeur voor Xavier Cugat. Van 1958 tot 1962 werd hij pianist-componist-arrangeur bij de Dizzy Gillespie band nadat die hem had horen spelen in zijn eigen groep. Later zou Schifrin ook nog optreden en muziek opnemen met grootheden als Sarah Vaughan, Ella Fitzgerald, Stan Getz en Count Basie.

Vanaf 1964 kwam hij in Hollywood terecht en stond in voor het schrijven van de muziek voor heel wat film- en tv-producties, vooral gericht op het actie-genre. Inbegrepen The Cincinatti Kid (1965), Cool Hand Luke (1967) , Bullit (1968) en een aantal Clint Eastwood films waaronder Dirty Harry. Hij schreef ook de muziek voor de gekende televisieshow Mannix.

In 1987 besliste een aantal muzikanten die tot de beste van Frankrijk behoorden om het filharmonisch orkest van Parijs op te richten met de bedoeling om filmmuziek op te nemen, concerten te geven en deel te nemen aan televisieshows. Schifrin werd aangesteld als Musical Director, het openingsconcert ging door op 26 januari 1988 in het Théâtre des Champs-Elysées. De eerste opname die hij maakte met zijn orkest werd uitgebracht in september 1988. Lalo Schifrin bleef vijf jaar actief in de vermelde functie tot hij besloot om weer meer tijd te maken voor het componeren van muziek.
Schifrin was ook verantwoordelijk voor de aanstekelijke thema-muziek van de televisieserie Mission Impossible, door lezers van tv Guide ooit uitgeroepen tot favoriete muziekthema van alle CBS-shows die tot aan het 50-jarig bestaan van het netwerk ooit werden uitgezonden.
Hij schreef ook muziek voor concertgebouwen en probeerde om het jazz-genre zijn intrede te laten doen in de religieuze muziek. Zijn oratorium The Rise and Fall of the Third Reich (1967) bevatte een effectieve opname van een speech van Hitler en een aantal andere verrassende effecten.

In 1986 was Schifrin de man met het dirigeerstokje bij het Glendale Symphony Orchestra waar hij overigens zes jaar aan verbonden bleef en het beste van zichzelf gaf in de Hollywood Bowl. Zijn Salute of the Statue of Liberty werd onthaald met een staande ovatie door maar liefst 17.000 mensen. In 1987 werd hij gevraagd om de ouverture te schrijven van de Pan American Games. Die werd opgenomen in Toronto en kreeg zijn première in een uitvoering van het Indianapolis Symphony Orchestra. In 1995 schreef én dirigeerde hij ook nog het sluitstuk van diezelfde Pan American Games die dat jaar werden gehouden in Argentinië.

In 1988 kreeg Lalo Schifrin de 1988 BMI Lifetime Achievement Award. BMI eerde hem in 2001 nog eens voor het originele thema, van Mission Impossible, een heuse cult klassieker. Datzelfde jaar kreeg hij van de Hollywood Chamber of Commerce ook zijn ster op de Hollywood Walk of Fame. Schifrin kreeg ook Honorary Doctorate Degrees van de Rhode Island School of Design en de universiteit van La Plata (Argentinië). Hij werd ook onderscheiden op het M.I.D.E.M. Classique Festival in januari 1990 in Cannes wanneer hij dirigent was voor het National Symphony Orchestra van Lyon.

Zijn Concerto for Guitar and Orchestra werd uitgevoerd door het Londense filharmonisch orkest en ondersteund door soloartiest Angel Romero. Dances Concertantes voor klarinet en orkest werd met hem als dirigent gebracht bij de pyramides van Teotihuacan in Mexico met Placido Domingo als tenor. Het concert werd in 1989 uitgezonden op televisie en werd tien jaar later uitgebracht op cd, dvd en vhs.

Dat Lalo Schifrin een grote mijnheer was is duidelijk en we gaan nog even door met enkele van zijn belangrijkste realisaties. Hij kreeg de vraag om de muziek te schrijven voor de Grand Finale van het wereldkampioenschap voetbal, een muzikaal werk dat werd uitgevoerd op 7 juli 1990 in Caracalla, Italië. Tijdens dit concert traden de drie tenoren, Luciano Pavarotti, Placido Domingo en Jose Carreras voor het eerst samen op. De orkesten van zowel Rome als Firenze werden gedirigeerd door Zubin Mehta. Zowel de plaat als de videocassette groeiden uit tot de meest verkochte in de geschiedenis van de klassieke muziek. Daardoor was Schifrin ook de eerste keuze voor de ‘sequels’ die hier op volgden. In 1994, alweer met Carreras, Domingo, Pavarotti en Metha, toen uitgevoerd in het Dodger Stadium, ook al op de avond van de wereldcup. In 1998 deed men het nog eens over in Parijs (Frankrijk) én tijdens de finale van de wereldbeker in Japan.

Niet voor niets vroeg de Steinway Foundation hem om zijn Piano Concerto No. 2 te schrijven. Dat ging in première in een uitvoering van het nationaal symfonisch orkest, gedirigeerd door Mstislav Rostropovich op het Kennedy Center in Washington D.C. op 11 juni 1992 met Cristina Ortiz als ondersteunende solo-artiest. Datzelfde jaar produceerde, dirigeerde en arrangeerde Schifrin een cd met Jose Carreras en het Londense symfonisch orkest onder de titel Friends for Life.

Schifrin was ook verantwoordelijk voor Fantasy for Screenplay and Orchestra voor Daniel Barenboim en het Chicago Symphony. Ging in première in het seizoen 2002-2003 en kwam tot stand op vraag van de sultan van Oman, finaal opgenomen door het London Symphony Orchestra én door Schifrin gedirigeerd. Werd uitgebracht door Aleph Records in 2003.

En dan was er natuurlijk nog de reeks Intersections: Jazz Meets the Symphony waarbij de wereld van jazz en symfonie samenkwamen. Dat gebeurde voor het eerst in 1993 wanneer Schifrin als pianist en dirigent werd gekoppeld aan het Londense filharmonisch orkest en jazz-sterren als Ray Brown, Grady Tate, Jon Faddis, Paquito D’Rivera en James Morrison. Jazz Meets the Symphony bleek een succesformule: in juli 1994 werd More Jazz Meets the Symphony uitgebracht, gevolgd door Firebird, Jazz Meets the Symphony, No.3 in de zomer van 1996, twee keer genomineerd voor een Grammy. Metamorphosis werd nummer vier in de rij, uitgebracht in de lente van 1998 op Schifrins eigen label, Aleph Records. De vier werden zelfs in één box uitgebracht onder de titel The Jazz Meets the Symphony Collection. Nummer vijf werd uitgebracht in de nazomer van 2001 in een unieke combinatie van een volwaardig en compleet symfonisch orkest, een volledige jazz band én jazz-sterren Jeff Hamilton, Christian McBride, James Morrison en David Sanchez.

Het lijstje van orkesten die Schifrin ooit heeft gedirigeerd is indrukwekkend: het Londense filharmonisch orkest, het Londense symfonisch orkest, het symfonisch orkest van Wenen, het Los Angeles filharmonisch orkest, het Israëlisch filharmonisch orkest, het Mexico Philharmonic, het Houston symfonisch orkest, het kamerorkest van Los Angeles, Het Mexico City Philharmonic, het symfonisch orkest van Atlanta, het orkest van Saint Luke (New York City) en het nationaal symfonisch orkest van Argentinië.

In november 1992 ging het Los Angeles Master Chorale in première met zijn Cantares Argentinos in een concert van Latijns-Amerikaanse muziek. Diezelfde maand was Lalo Schifrin dirigent voor de Europese première van zijn Piano Concerto No. 2 met het Sophia Radio Symphony Orchestra. Het concert resulteerde in de eerste tv-uitzending voor het Eurovisie netwerk. Het volledig concert maakt deel uit van de filmmuziek-cd Something to Believe in met Jeffrey Biegel en het Munich Rundfunk Orchestra.

Schrifrin schreef en adapteerde de muziek voor Christmas in Vienna anno 1992 met Diana Ross, Jose Carreras en Placido Domingo. De televisie-uitzending werd op het Sony Classics label uitgebracht in 1993 op cd, laserdisc en video.

In 1993 werd hij ook gevraagd om de Lili’Uokalani symfonie te schrijven als eerbetoon aan de laatste monarch van Hawaii, koningin Lili’Uokalani. Die kreeg zijn première in een uitvoering van het Honolulu Symphony Orchestra en werd opgenomen in de lente van 1995 in een uitvoering van het Vienna Symphony Orchestra met Schifrin als dirigent én uitgebracht op het Urtext Digital Classics Label in november 1996.

In de lente van 1993 was hij dirigent voor een opname met het Vienna Volksoper Orchestra met Julia Migenes, getiteld Julia Migenes in Vienna. Maar ook voor de opname van Te Deum door Charpantier voor klassieke trompet virtuoos Maurice Andre en kamerorkest in Parijs. Beide projecten werden gereleased in oktober 1993.

Op 8 december 1995 had Lalo Schifrin de leiding van een symfonisch orkest te ere van de uitvinding van de film door de Lumiere broers met een concert getiteld 100 Ans de Cinema. Het concert, met vocaal werk van Julia Migenes en Dee Dee Bridgewater, werd opgenomen door Warner Bros in Frankrijk onder de titel Film Classics. Het concert werd nog eens overgedaan in Buenos Aires in 1998 en zou een cd-release krijgen in februari 2002.

In december 1995 keerde Schifrin terug naar Wenen waar hij instond voor het arrangement van het volledige programma kerstmuziek onder de titel Christmas in Vienna, gezongen door Jose Carreras, Natalie Cole en Placido Domingo. Het werd aanvankelijk vertoond op PBS in de States om 23 en 24 december dat jaar en werd in de jaren die daarop volgden regelmatig herhaald tijdens de (kerst-)vakantieperiode.

In 1996 werd de opname van The Carnival of the Animals door Camille Saint-Saens positief onthaald door zowel de elektronische- als de geschreven pers. Vertellers van dienst waren Audrey Hepburn, Charlton Heston, James Earl Jones, Dudley Moore, Walter Matthau en Lynn Redgrave.

In 1998 kreeg hij van het Los Angeles Music Center de Distinguished Artist Award. Hij kreeg ook de Chevalier de l’Ordre des Arts et Lettres, één van de hoogste onderscheidingen in Frankrijk, uit de handen van Jack Lang, de toenmalige minister van cultuur.
Nog in 1998 werd hij door de Argentijnse regering aangesteld als adviseur van de president in culturele zaken met de graad van Secretary of the Cabinet.

In juni 1999 ging zijn Latin Jazz Suite in Keulen Duitsland in première met artiesten Jon Faddis, David Sanchez, Ignacio Berroa, Alex Acuna en de WDR Big Band. Het kreeg later ook een uitvoering van de BBC Big Band in Londen, Engeland. In september 1999 volgde dan de Amerikaanse première in Los Angeles in het Watercourt Plaza. De opname van het werk kreeg een Grammy nominatie en werd ook uitgebracht op dvd.

In januari 2000 ging Esperanto in première, uitgevoerd met/door artiesten als Jean-Luc Ponty, Don Byron, Nestor Marconi, James Morrison, Trilok Gurtu, Sydney Thiam, Greg Hutchinson, Simon Stockhausen en de WDR Big Band. Uitgebracht op cd in september 2000.

Schifrin werd nog maar eens benaderd door de sultan van Oman wat leidde tot Symphonic Sketches of Oman. De symfonie, uitgevoerd door het London Symphony Orchestra met Schifrin als dirigent, werd opgenomen in de herfst van 2001 en kort hierna uitgebracht.

In 2003 werd de muziek van The Hellstrom Chronicle integraal uitgebracht op cd, voor het eerst in een limited edition.

In 2004 werd Schifrin nog eens onderscheiden door het Franse SACEM, net als op de 57e editie van het filmfestival van Cannes, als erkenning voor zijn betekenisvolle bijdrage aan film, muziek en cultuur. Nog in 2004 kreeg hij van de American Society of Music Arrangers & Composers (ASMAC) de 65e jaarlijkse Golden Score Award. In 2003 werd Schifrin onderscheiden door de stad Los Angeles voor zijn werk van de afgelopen decennia. Er volgende nog meer onderscheidingen in 2003 van het Los Angeles County, de California Legislature en de Israelische regering voor zijn ‘Contributions to World Understanding Through Music’.

Voor zijn 75e verjaardag keerde Schifrin nog eens terug naar zijn jazz roots met Lalo Schifrin & Friends, uitgebracht door Aleph Records op 11 september. Voor de opname kon men een beroep doen op Alex Acuna (drum en percussie), Brian Bromberg (bas), Dennis Budimir (gitaar), James Moody (tenorsax) en James Morrison (trompet en trombone). Niet verrassend dat Schifrin hiermee niet alleen een blik achterop wierp maar ook vooruit keek op wat de toekomst nog in petto had. Maakten deel uit van Lalo Schifrin & Friends: Gillespie’s Tin Tin Daeo, Oscar Peterson’s Hymn to Freedom, de klassieker Besame Mucho en zes nieuwe tracks, geschreven door Schifrin.

Lalo Schifrin was meer dan 30 jaar getrouwd met zijn vrouw Donna, ze kregen drie kinderen: William, ook al componist voor televisie en film, Frances een designer en regisseur, en tenslotte Ryan, scenarist en regisseur.

Lalo Schifrin heeft in zijn carrière vier Grammy’s gewonnen en werd maar liefst 21 keer genomineerd. Hij won ook een Cable ACE Award.

Oscars ® 1968 Genomineerd Muziek
Original Music Score
Cool Hand Luke