The Lady from Shanghai

Middelmatig
The Lady from Shanghai
1948
langspeelfilm
87 minuten
thriller

acteur/actrice (6)

Rita Heyworth
Everett Sloane
Glenn Anders
Ted de Corsia
Gus Schilling

regisseur (1)

Is Orson Welles het grootste misbegrepen genie uit de geschiedenis van Hollywood, het minst succesvolle eigengereide talent of een over het paard getilde dwarsligger? Vragen waarop de antwoorden boeken kunnen vullen, pixelschermen kunnen laten overlopen en hersenpannen kunnen laten exploderen. Ka-boem.

Feit is dat Welles het als cineast moeilijk had om na zijn aanvankelijk lauw onthaald geschiedschrijvend meesterwerk Citizen Kane te blijven schitteren, en dat lag gedeeltelijk aan hem maar ook wel aan de te commercieel denkende powers that be waaraan hij zijn talent wou slijten. Of hoe Hollywood tegelijkertijd te groot en te klein bleek voor Welles. Een treffend voorbeeld van wat Welles wou maar niet mocht doen is The Lady From Shanghai, zijn vierde in Amerika gedraaide langspeler.

In de zomer van 1946 was Welles bezig aan een muzikale theaterversie van Jules Vernes Around The World in 80 Days. Een dure en megalomane productie waaraan een naar het schijnt fletse score van Cole Porter was verbonden. Welles kwam in financiële ademnood en maakte toen een deal met studiobaas Harry Cohn om voor Columbia Pictures een film te regisseren in ruil voor fondsen waarmee hij zijn theaterstuk weer op de rails kon krijgen. Cohn zag een film met Rita Hayworth wel zitten: op dat moment de grootste vrouwelijke ster bij de studio en die was dan ook nog eens getrouwd met Welles. Zij het niet meer voor erg lang daar de twee hun stormachtig huwelijk definitief op de klippen zagen lopen in 1947.

Welles schoof een adaptatie naar voor van de uit 1938 stammende roman If I Die Before I Wake van Raymond Sherwood King – een boek dat via latere horrorregisseur William Castle in zijn schoot was beland. Welles zorgde uiteraard voor een heel eigenzinnige adaptatie en eiste naast de regie, de productie en de scriptadaptatie ook de mannelijke hoofdrol op. Welles stootte echter op Cohns despotisme: de studiobaas percipieerde Welles’ kunstzinnige pseudo-intellectuele noir in de eerste plaats als toegankelijke en rechtlijnige thriller voor een groot publiek. Het verschil in ambitie tussen de kunstenaar Welles – wiens ruwe eerste montage van The Lady From Shanghai afklokte op twee uur en een half – en de geldschieter van dienst kon nauwelijks groter zijn. Het finale resultaat valt tussen twee stoelen en eindigt als een bij tijd en wijlen verhaaltechnisch nauwelijks te volgen en potsierlijke melothriller. Met Welles als zwerver van dienst – één met Ierse tongval zelfs – die halsoverkop valt voor blondine Hayworth en zich uit lust laat meetronen in haar kleverig web waarin ook haar echtgenoot en diens zakenpartner vuige elkaar messen in de rug stekende plannen beramen.

Het feit dat Welles de rode haren van zijn eega blond liet verven voor de rol was ook niet naar de zin van Cohn daar hij wist dat Hayworths rosse haarkleur inherent verbonden was aan haar successtatus. Welles kreeg wel de nodige vrijheid tijdens de opnames: hij mocht zelfs op kosten van Cohn scènes gaan opnemen in Acapulco om de film exotischer te kruiden. Het jacht waarop heel wat scènes zich afspelen was trouwens eigendom van Errol Flynn die met de cast en crew meevoer en naar verluidt zelfs een keer in de achtergrond van een scène zichtbaar is.

Het was dus vooral in de postproductie dat Welles de finale controle aan Cohn moest overlaten. Hij was verplicht om extra scènes op te nemen in de hoop het verhaal meer coherent te kunnen maken, maar dat bleek uiteindelijk allemaal praat voor de vaak. Cohn knipte hele stukken film weg, verving de soundtrack en kortte naar verluidt ook de klassieke spiegeltentclimax in: volgens Welles duurde die ruim twintig minuten, in de finale versie klokt die af op drie. Niet zo gemakkelijk dus om een specifieke schuldige aan te duiden voor het falen van deze film wiens reputatie schippert tussen onbegrepen meesterwerk en saaie sof. De waarheid ligt zoals meestal ergens in het midden. Voor Welles was de strijd tegen Cohn in elk geval reden genoeg om zijn volgende films in Europa te gaan draaien vooraleer hij zich in 1958 aan een Hollywoodcomeback zou wagen met Touch Of Evil.

Alex De Rouck