The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn
verdeler
acteur/actrice (10)
regisseur (1)
producent (2)
scenarist (3)
Met alle commotie rond de Kuifjefilm van Steven Spielberg zouden we zowaar bijna vergeten dat dit geenszins de eerste keer is dat de strips van Hergé werden geadapteerd. Zo weet bijna niemand dat er al in 1947 een zwart-wit stopmotion poppenfilm werd gemaakt van 'De krab met de gulden scharen'. Een film die exact twee keer in de bioscoop te zien was, maar in 2008 in Frankrijk zowaar op dvd werd uitgebracht. Wel bekend is de televisieanimatieserie die tussen 1959 en 1963 werd geproduceerd door Raymond Leblanc (die ook het inmiddels ter ziele gegane Kuifje-weekblad uit de grond stampte) en door de vele herhalingen zich destijds een weg wurmde in de kinderjaren van heel wat generaties. Begin jaren negentig kwam er dan een nieuwe animatiereeks, die gespreid over drie seizoenen, alle Kuifje-strips (op Kuifje In Afrika en de twee onofficiële titels Kuifje In het land van de Sovjets en Kuifje en de Alfa-kunst na) omzette naar tekenfilmbeelden. Zelfs al werd de stijl en de structuur van de strips zo nauwgezet mogelijk overgenomen, toch waren er genoeg verschillen te rapen om Kuifje-puristen op hun paard te krijgen.
Nog meer Kuifjetekenfilms? Jawel. In 1969 was er Kuifje en de zonnetempel en in 1972 Kuifje en het haaienmeer, beide geproduceerd door Raymond Leblanc. De laatste was niet geschreven door Hergé en dus niet gebaseerd op een strip uit de reeks, maar was wel door Hergé gesuperviseerd. En dan zijn er nog de twee Franse live actionfilms Kuifje en het gulden vlies (1961) en Kuifje en de blauwe sinaasappelen (1964) die ook niet op de strips waren gebaseerd.
Dit alles om te duiden dat Steven Spielbergs The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn niet de eerste Kuifjeverfilming is en (als deze genoeg geld opbrengt aan de multiplexkassa’s) waarschijnlijk niet de laatste. Het is wel de meest gehypte, en daar zijn verschillende redenen voor. We leven uiteraard in overgemediatiseerde tijden waarin je op elke straat- en schermhoek wordt toegeschreeuwd door publiciteit voor de film, de regisseur is Steven Spielberg die met deze prent aan zijn vijfde blockbusterdecennium begint en daarnaast is er de performance capture techniek die het neusje van de zalm is als het aankomt op het digitaliseren van echte acteurs die daardoor een animatie-uitzicht meekrijgen. Kortom, er valt bijna niet te ontsnappen aan Steven Spielbergs en coproducent Peter Jacksons hypermoderne adaptatie van onze nationale striptrots.
Wat jullie vooral willen weten is natuurlijk of The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn een goede film is. Het antwoord op die vraag is alvast positief, want zelfs al haalt Spielbergs visie niet zonder kleerscheuren de finish, toch is dit een avonturenprent die door het gros van het publiek zeker zal worden gesmaakt.
Het goede nieuws eerst: Spielberg blijft heel trouw aan Hergé’s Kuifje-universum. De begingeneriek is overduidelijk met liefde gemaakt, en de inlassing van Hergé’s originele tekeningen maakt van meet af aan duidelijk dat de letter en de geest van de klassieke strips nooit ver uit de buurt zijn. Sommige scènes komen bijna letterlijk uit de strips, tot en met de kadrering toe. Verhaaltechnisch is het een mengeling van elementen uit Het geheim van de eenhoorn en De krab met de gulden Scharen (en nog wat uit De schat van scharlaken Rackham). Waarschijnlijk zullen niet alle Hergéofielen opgezet zijn met deze mix, maar feit is dat de Britse scenaristen Steven Moffat, Edgar Wright en Joe Cornish bovenstaande verhalen op een aanvaardbare manier laten samenvloeien. De actievolle climax zal je dan weer niet in Hergé’s verhalen terugvinden, maar het is perfect te begrijpen dat Spielberg toch op zijn minst een dikke vette knipoog naar Indiana Jones kwijt wou. Er is ook een duidelijke verwijzing naar Jaws te bespeuren trouwens.
Wat er dan wel schort aan de prent? Spielberg die ontegensprekelijk iets te verliefd is op de performance capture technologie waarmee de film is gemaakt. Zijn oog voor detail is overweldigend en de gretigheid waarmee hij als een kind in de blokkenbak graait om te experimenteren met alle mogelijkheden van het medium (in 3D dan nog wel) zorgt ervoor dat het echt kloppend menselijk hart ietwat ontbreekt. Zo is er zelden of nooit echt interactie tussen Kuifje (Jamie Bell) en Kapitein Haddock (Andy Serkis), al kwam die er in de strips ook pas na verschillende avonturen natuurlijk. Maar het is vooral Spielbergs experimenteerzucht waardoor er in de achtergrond altijd wel wat aan het bewegen is die van deze film zowaar (bijna) 'style over content' maakt, zoals dat in het Engels heet.
Wat de vraag doet rijzen of het überhaupt nodig was Kuifje een performance capture bad te geven. Met echte acteurs en locaties was dat hart er misschien wel geweest: hoe spectaculair de piratenscènes bijvoorbeeld ook mogen ogen, nergens en nooit wordt de adamsappelkrop veroorzakende finesse van een swashbuckelende Errol Flynn bereikt. The Adventures of Tintin mag dan met vlag en wimpel de meest technisch voldragen performance capture film tot nu zijn, de echte verwondering en adrenalinepompende ritmiek van Raiders of the Lost Ark blijft helaas grotendeels achterwege.
Wat niet wegneemt dat deze brok ouderwets spannende cinema in een hypermodern jasje – ondanks de punten van kritiek - al bij al genoeg aplomb bevat om een hele hoop jongens- en meisjesharten tussen 7 en 77 te verblijden. En gelukkig eveneens in 2D te zien is, zodat de allerkleinsten die nog niet 3D-getraind zijn zich ook in de pluche kunnen zetelen. En daarna hopelijk de kans krijgen de originele stripklassiekers te ontdekken.
23-12-2011 | Plaats 5 | $ 9.705.000 |
30-12-2011 | Plaats 7 | $ 11.436.160 |
06-01-2012 | Plaats 8 | $ 6.727.740 |