Alan Arkin
Alan Wolf Arkin

Alan Arkin
° 26-03-1934
Brooklyn New York
New York
Verenigde Staten
+ 29-06-2023
✞ Leeftijd bij overlijden: 89


genomineerd Oscars ® 1967
1 keer genomineerd voor een Oscar

acteur/actrice
(55)

2018
Dumbo → J. Griffin Remington
2016
Going in Style → Albert
2015
Love The Coopers →  Bucky
2014
2013
The Incredible Burt Wonderstone →  Rance Hollowya
2013
Grudge Match → Louis 'Lightning' Conlon
2012
Stand Up Guys →  Hirsch
2012
Goed 2012
Argo → Lester Siegel
Middelmatig 2009
City Island → Michael Malakov
Gewoon 2008
Marley and Me →  Arnie Klein
2008
Sunshine Cleaning →  Joe Lorkowski
Gewoon 2007
Bee Movie →  (stem)
Middelmatig 2007
Rendition → senator Hawkins
Middelmatig 2007
Get Smart → de chef
Goed 2006
Gewoon 2005
Firewall →  Arlin Forester
2004
2004
1999
Jakob the Liar → Frankfurter
Gewoon 1997
Gewoon 1997
Grosse Point Blank → dokter Oatman
1995
The Jerky Boys →  Lazarro
1995
Steal Big, Steal Little →  Lou Perilli
1994
North →  Rechter Buckle
1993
Indian Summer →  Unce Lou Handler
1992
Glengarry Glen Ross → George Aaronow
Gewoon 1991
Rocketeer →  Peevy Peabody
Gewoon 1990
Coupé de Ville →  Fred
1990
Havana → Joe Volpi
Middelmatig 1990
Edward Scissorhands →  Bill Boggs
1985
Bad Medicine →  Dr. Ramon Madera
1985
Big Trouble →  Leonard Hoffman
Gewoon 1982
The Last Unicorn → Schmendrick (stem)
1980
Middelmatig 1976
The Seven Per-Cent Solution → dokter Sigmund Freud
1970

Alan Arkin is een acteur die, zoals veel van zijn collega’s, actief was op de toneelplanken van Broadway maar natuurlijk het bekendst is voor zijn indrukwekkende acteercarrière in langspeelfilms.

Hij was de zoon van Russisch-Duits-Joodse ouders en liep school aan het Los Angeles City College. Zijn carrière nam een start als lid van het Second City theatergezelschap uit Chicago. Dat had hij overigens zelf opgericht, samen met Elaine May, Barbara Harris en Mike Nichols.

Halfweg de jaren ’50 zette hij zijn activiteiten als acteur even on hold en ging zingen bij The Tarriers, een folk muziekgroep. Toen hij de draad van het acteren terug opnam deed hij dit aanvankelijk in toneelstukken die werden vertoond in Chicago, New York en St. Louis, sommige ervan op Broadway. De eerste keer dat hij op Broadway te zien was bleek een schot in de roos, voor zijn rol in Enter Laughing (1963), gebaseerd op het boek van Carl Reiner, kreeg hij een Tony Award. Een andere succesvol toneelstuk waarin hij te zien was: LUV van Murray Schisgal.

Zijn eerste rol in een langspeelfilm speelde hij in The Russians are Coming, the Russians are Coming, waar hij de rol vertolkte van een Russische officier die met zijn duikboot strandt op de Amerikaanse kust. Hij kreeg er naast een Golden Globe ook een Oscar-nominatie voor wat meteen de deur opende voor nog meer komische rollen. Als gekke politieman in Freebie and the Bean (1974) bijvoorbeeld, of die van de anarchistische Yossarian in Catch 22.

Alan Arkin was de auteur van het kinderboek Tony’s Hard Work Day (1972) en schreef ook Through the Door: An Actor’s Journey Towards the Self (1975), een boek over yoga, iets waar hij nauw bij betrokken was. Hij schreef maar liefst acht kinderboeken, de meeste uitgebracht door Harper/Collins. The Lemming Condition behoort tot zijn eerder werk, een boek dat twintig jaar lang vlot over de toonbank ging en door The Book Sellers of America een eervolle vermelding kreeg wanneer het werk werd opgenomen in de bibliotheek van het Witte Huis.

Alan Arkin was naast acteur ook regisseur, fotograaf en componist. Als acteur waren het natuurlijk niet allemaal komische rollen, hij kreeg de New York Film Critics Award voor zijn rol als doofstomme in The Heart Is a Lonely Hunter (1968) en die in Hearts of the West. Hij verving zelfs heel even Peter Sellers, als inspecteur Clouseau in de gelijknamige film. Het regisseren waarvan daarnet al sprake deed hij voor het eerst voor een langspeelfilm met Little Murders (1971), de verfilming van een stuk van Jules Feiffer, niet verrassend want hij was ook al verantwoordelijk voor de regie van het gelijknamige toneelstuk waar hij overigens een Obie Award voor kreeg. Verder regisseerde hij ook twee kortfilms; T.G.I.F. en People Soup. De eerste kortfilm werd vertoond tijdens het filmfestival van New York in 1967, de tweede werd genomineerd voor een Oscar/Academy Award voor Beste kortfilm.

Een bezige bij dus die Alan Arkin die het soms zelfs gratis voor niks deed, zoals voor het grappige figurantenrolletje als politiechef in So I Married an Axe Murderer (1993). Hij was ook meerdere keren te gast in de Amerikaanse versie van Sesamstraat, Sesame Street.

Alan Arkin was het laatst getrouwd met actrice Barabara Dan, hij had drie zonen waarvan twee uit een eerder huwelijk. Zijn zoon Adam Arkin was de gekendste van de drie (Matthew en Tony Arkin waren de andere twee), Adam was voornamelijk te zien op televisie en legde zich vooral toe op series zoals Northern Expose, Big Wave Dave’s (1993) waar hij de hoofdrol in vertolkte en Chicago Hope die vanaf 1994 te zien was op televisie. Alan Arkin zelf kreeg daar overigens ook een gastrol in als vader van… zijn zoon in het echte leven. En dat ook dat overtuigend was werd bevestigd door alweer een Emmy-nominatie.

Het regisseren van een toneelstuk deed Alan Arkin voor het eerst met Eh? (1966) waarin zelfs Dustin Hoffmann (!) te zien was. Hij bleef stukken regisseren, ook in de laatste fase van zijn carrière. Zo was hij regisseur van de off-Broadway productie Taller Than a Dwarf van Elaine May. In 1998 schreef, regisseerde en schreef hij (dat laatste samen met Elaine May) het stuk Power Plays dat werd vertoond in het Promenade Theatre. Op Broadway regisseerde hij de Neil Simon hit The Sunshine Boys waarvoor hij een Tony-nominatie kreeg voor Beste regie van een toneelstuk. Nog meer toneelregiewerk was er met de Broadway-musical Molly, Rubbers and Yanks Three aan het American Place Theater, Joan of Lorraine aan het Hartman in Stamford, Sorrows of Stephen aan het Burt Reynolds Theatre waarin zijn zoon Adam ook een rol had en Room Service aan het Roundabout in New York.

Begin de 21e eeuw was hij ook te zien in de A&E-televisieserie 100 Centre Street, geschreven en geregisseerd door Sidney Lumet. Voor zijn rol in The Pentagon Papers voor het FX-netwerk, het Holocaust-drama Escape From Sobibor en het drama ABC Stage 67 werd hij telkens genomineerd voor een Emmy Award, in de loop van zijn carrière won hij er overigens vier in totaal.

Little Miss Sunshine was voor Arkin een waar prijsbeest. Hij won voor zijn rol naast een Oscar ook de BAFTA Award voor Beste acteur in een bijrol, deelde een SAG (Screen Actors Guild) Award voor Best Motion Picture Cast Performance én won een Independent Spirit Award voor Beste mannelijke acteur.

Voor zijn bijrol in Argo werd hij genomineerd voor een Oscar, een BAFTA en een Golden Globe, maar hij kreeg ook nominaties van The Broadcast Film Critics Association, de London Film Critics Circle en deelde opnieuw de SAG Award voor Outstanding Performance by a Cast in a Motion Picture.

In 2011 bracht Arkin zijn memoires uit onder de titel An Improvised Life, later volgde er nog een tweede onder de titel Out Of My Mind.

Oscars ® 1967 Genomineerd Beste acteur in een hoofdrol
Actor
The Russians Are Coming, the Russians Are Coming